B) Zender Inschakelen; C) Schermweergaves En Zenderfuncties - Reely L400 Bedienungsanleitung

b) Zender inschakelen

Nadat u vier nieuwe batterijen in de zender heeft geplaatst of de geïnstalleerde accu heeft opgeladen, kunt u als test
de zender inschakelen. Schuif daarvoor de aan-/uitschakelaar (zie afbeelding 1, pos. 11) van de onderste positie (uit)
in de bovenste positie (aan). De stuurknuppel voor de pitch-/staartfunctie (zie figuur 1, pos. 13) bij stuurknuppelmodus
2) moet daarbij in de onderste positie staan.
Na het inschakelen van de zender moeten de zender en ontvanger automatisch op elkaar afstemmen (binding-
functie). Omwille van deze reden gaat de zender onmiddellijk na het inschakelen gedurende ca. 5 seconden in de
afstemmodus over om samen met de ontvanger de digitale codering van de radiosignalen vast te leggen.
Tijdens deze periode knippert het LED-indicatielampje op de zender (zie afbeelding 1, pos. 2) en de zender geeft in
snelle opeenvolging geluidssignalen weer.
Na het voltooien van de koppelingsprocedure wordt het symbool voor de modelverlichting op het scherm weergege-
ven (zie afbeelding 3, pos. 13). Om stroom te besparen, dooft de achtergrondverlichting van het scherm na ca. 15
seconden automatisch uit en wordt pas na het indrukken van de toetsen (met uitzondering van toets 9) opnieuw actief.

c) Schermweergaves en zenderfuncties

Op het scherm wordt de volgende informatie getoond:
1 Zendsymbool
2 Modelsymbool
3 Indicatielampje voor spanningstoestand van
de zenderbatterijen
4 Indicatielampje voor de staartbesturing
5 Stuurknuppel voor nick- en roll-functie
6 Indicatielampje voor de stuurknuppeltoewij-
zing
7 Indicatielampje voor de Dual Rate-functie (H /
L)
8 Indicatielampje voor de beschikbare stuurka-
nalen
9 Indicatielampje voor de nicktrimming
10 Indicatielampje voor de rolltrimming
11 Indicatielampje voor de staarttrimming
12 Indicatielampje voor de pitch-trimming
13 Indicatielampje voor de modelverlichting
De in afbeelding 3 weergegeven weergaven komen overeen met de gangbare en af fabriek ingestelde
stuurknuppelmodus 2 (zie afbeelding 3, pos. 6).
108
Afbeelding 3