het fornuis om te voorkomen dat de elektrische kabel of
gasslang ertussen komt te zitten. Bevestig de klem op
de vloer.
6.
Meet de hoogte vanaf het vloerniveau tot de
contactrand aan de achterkant van het fornuis. Tel 3
mm hierbij op en monteer de stabiliteitsklem op deze
hoogte (d.w.z. vanaf het vloerniveau tot de onderkant
van het bovenarm) en zorg dat de klem de ovenbrander
niet beklemt:
Aansluiten op het gas
Dit dient aan de relevante normen te voldoen.
Er wordt geen slang bijgeleverd, maar slangen zijn bij de
meeste bouwmaterialenzaken verkrijgbaar.
De eindaansluiting van de huishoudelijke gasvoeding dient
naar beneden te zijn gericht. De afschermkasten aan de
achterkant beperken de positie van het toevoerpunt.
Daar het fornuis in de hoogte verstelbaar is en elke
aansluiting anders is, kunnen we geen nauwkeurige
afmetingen geven. De eindaansluiting van de gasvoeding
dient idealiter in het gearceerde gedeelte van de afbeelding
van de achterkant van het fornuis te vallen. Hoewel een slang
van 900 mm zal volstaan, biedt een slang van 1250 mm iets
meer speling voor het plaatsen van de eindaansluiting en
het verplaatsen van het fornuis. De slang dient dusdanig
te worden aangesloten, dat de in- en uitlaataansluitingen
verticaal zijn, zodat de slang naar beneden hangt.
Het koppelstuk bevindt zich vlak onder de kookplaat aan de
achterkant van het fornuis:
���
���
���
�
ArtNo.110-0011 110 DF gas hose connections
Achteraanzicht
A - Gasinlaat fornuis, B - Positie voor koppelstuk gastoevoer.
Eventueel kunt u ook vanaf de zijkant aansluiten.
Voor aardgas dient de buigzame slang te voldoen aan BS 669.
Voor LPG moet de slang geschikt zijn voor een druk van
50 mbar, een temperatuurstijging van 70°C, en van een rode
streep, strook of label voorzien zijn. Neem in geval van twijfel
contact op met de leverancier.
Schroef het slanguiteinde met schroefdraad in de gasinlaat
aan de onderkant van het aansluitblok aan de achterkant van
het fornuis.
Controleer na afloop of het apparaat elektrisch veilig en gasdicht is.
���
�
INSTALLATIE
Controleer na het aansluiten van het gas aan de hand van een
drukproef of het fornuis gasdicht is.
Beproeven op druk
U kunt de gaswaarde bij de gasbek van een van de middelste
kookplaatbranders meten (niet de wokbrander). Verwijder
een branderkop. Sluit de drukmeter aan op de gasbek. Draai
de gasleiding open en steek een van de kookplaatbranders
aan. Druk de bedieningsknop van de brander met de
drukmeter in zodat er gas doorgelaten wordt.
Drukken
Aardgas
20 mbar
Zet de branders uit. Zet de brander op de juiste wijze weer in
elkaar.
20
Autogasfornuizen
Butaan
29 mbar
Propaan
37 mbar