9.2 Aanbrengen van de aanzuigslang (11) en de re-
tourslang (10) (afb. 4)
De aanzuigslang (11) en de retourslang (10) zijn voor-
gemonteerd op het apparaat.
Voor het vervangen van de aanzuigslang (11) of de re-
tourslang (10) maakt u met behulp van een schroeven-
draaier met platte kop (niet bij de levering inbegrepen)
de schroeven aan de slangklemmen voor het aanzuig-
slang-netfilter (12), de aanzuigslang-inlaataansluiting
(16), de retourslang-inlaataansluiting (21) los en verwij-
dert u de slang (afb. 4).
Vervang deze door een nieuwe slang (aanzuigslang/
retourslang) en monteer deze in de omgekeerde volg-
orde.
9.3 Spuitkop en sproeikopbescherming (afb. 5-9)
Aanwijzing: Het spuitpistool (6) is voorgemonteerd. Als
het spuitpistool (6) gedemonteerd is voor het reinigen,
volgt u de volgende stappen op, om deze weer samen
te stellen.
1.
Plaats de netfilter-greep (26) in de spuitpis-
tool-greep (7) en lijn de spuitpistool-greep uit met
het bovenste deel van het spuitpistool (afb. 5).
2.
Houd het bovenste deel van het spuitpistool (6)
vast en bevestig de greep van het spuitpistool met
een 21 mm steeksleutel (niet bij de levering inbe-
grepen) (afb. 6).
3.
De trekbeugel (2) wordt met de spuitslang-inlaat-
aansluiting (25) op het onderste uiteinde van de
spuitpistool-greep (7) met behulp van een 19 mm
steeksleutel bevestigd. Aan het bovenste uiteinde
is de trekbeugel in de trekbeugel-houder (24) in-
gehangen (afb. 6).
4.
Zorg ervoor dat de kleine afstandsbouten (27) en
de afdichting (28) in de sproeikopbescherming (4)
zijn geplaatst (afb. 7).
5.
Plaats de spuitkop (5) in de sproeikopbescherming
(4) en bevestig deze aan het spuitpistool (6). Con-
troleer of de spuitkop (5) met de spuit naar voren in
de spuitpositie wordt gedraaid. Haal de borgmoer
(29) met een 26 mm steeksleutel (niet bij de leve-
ring inbegrepen) aan (afb. 8+9).
m LET OP! Spuit niet, voordat u de spuitkop (5) en
sproeikopbescherming (4) hebt gemonteerd.
Bedien de trekker (3) pas als de spuitkop (5) zich in
de juiste spuitpositie bevindt. Borg altijd de trekker (3),
voordat u de spuitkop (5) verwijdert, vervangt of reinigt.
10. Voor de ingebruikname
Controleer vóór het aansluiten van het apparaat of de
specificaties op het typeplaatje overeenkomen met de
gegevens van het stroomnet.
m LET OP! Zorg er altijd voor dat de machine uitge-
schakeld en van de stroomvoorziening gescheiden is,
voordat u de instellingen op het apparaat aanbrengt.
• Alle afdekkingen en veiligheidsvoorzieningen moe-
ten voor het inschakelen van het apparaat correct
zijn gemonteerd.
10.1 Beveiligen van de spuitpistool-trekker
m LET OP! De spuitpistool-trekker (3) moet voor de
voorbereiding van het spuitapparaat worden beveiligd,
zodat de trekker (3) niet per ongeluk kan worden in-
gedrukt. Beveilig de spuitpistool-trekker (3) indien u
daartoe verplicht bent.
•
Om de trekker (3) te borgen, draait u de trek-bevei-
ligingshendel (23) naar achter (afb. 10).
•
Om de trekker (3) te ontgrendelen, draait u de
trek-beveiligingshendel (23) naar onder (afb. 11).
10.2 Drukontlasting
m LET OP! Volg altijd de stappen voor drukontlasting
op, indien u het apparaat om welke reden dan ook uit-
schakelt. Met behulp van dit proces kan de druk uit de
spuitslang (1) ontwijken.
m VOORZICHTIG! Als u de volgende stappen niet uit-
voert, kan dit tot ernstige verwondingen leiden.
m WAARSCHUWING! Richt het spuitpistool (6) nooit
op lichaamsdelen. Voer de stappen voor de drukontlas-
ting altijd uit, indien u daartoe verplicht bent.
•
Beveilig de spuitpistool-trekker (3) (afb. 10).
•
Zet de schakelaar Prime/Spray (19) op de positie
"Prime"(afb. 12).
•
Schakel het apparaat uit door op de AAN/
UIT-schakelaar (14) "0" in te drukken (afb. 13).
•
Draai de drukregelaar (9) in de positie "Prime/Cle-
an"(afb. 14).
•
Ontgrendel de spuitpistool-trekker (3) (afb. 11).
•
Trek kort aan de spuitpistool-trekker (3), zodat de
druk volledig uit het systeem kan lopen (afb. 15).
•
Beveilig de spuitpistool-trekker (3) (afb. 10).
10.3 Voorbereiden van de pomp (afb. 16)
•
Ontkoppel de aanzuigslang (11) van de retours-
lang (10).
•
Plaats de aanzuigslang (11) in het verfreservoir.
www.scheppach.com
NL | 87