Herunterladen Diese Seite drucken

DAB E2D 2,6 M Installationsanweisung Und Wartung Seite 66

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 42
Model paneel
E2D 15 T
E2D 16 T
Model paneel
E2D 15 T SD
E2D 30 T SD
E2D 40 T SD
Model paneel
E2D 50 T SD
E2D 60 T SD
9.4.9
Door de installateur uit te voeren controles:
a) continuïteit van de beschermingsgeleiders en van de primaire en aanvullende equipotentiaalcircuits;
b) isolatieweerstand van de elektrische installatie;
c) efficiëntie van de differentiaalbescherming;
d) toegepaste spanning;
e) functionering zoals aangegeven onder de punten 9.5, 9.6 en 9.7.
9.5
Voeding van het paneel
Nadat u de hiervoor beschreven werkzaamheden op de juiste wijze heeft uitgevoerd, de schakelaars SA1 en SA2 in de
stand 0 zetten en de deur van het paneel sluiten. Zet het paneel onder spanning door de hoofdschakelaar van het
verdeelschakelpaneel te sluiten. Sluit de scheidingsschakelaar QS1 op de deur van het paneel. De elektropompen
worden niet gevoed.
9.6
Starten van het systeem
1.
Verzeker u ervan dat de externe bedieningen in de stand OFF staan (bediening uitgeschakeld).
2.
Zet de schakelaar SB1 in de stand MAN. De elektropomp P1 wordt gevoed zolang er een handmatige impuls is.
Doe hetzelfde met de schakelaar SB2. De elektropomp P2 wordt gevoed zolang er een handmatige impuls is.
− Voor systeem met twee vlotters; overeenkomstig de indicaties uit de afbeelding pag. 117 wordt het startcommando
voor de pomp P1 gegeven door de vlotter B verbonden met de klemmen 3-4; het startcommando voor de pomp P2
wordt gegeven door de vlotter C verbonden met de klemmen 5-6. Het stopcommando wordt voor beide pompen
gegeven door de vlotter B als deze zich in de minimumstand bevindt.
− Voor systeem met drie vlotters; overeenkomstig de indicaties uit de afbeelding pag. 117 wordt het startcommando
voor de pomp P1 gegeven door de vlotter B verbonden met de klemmen 3-4; het startcommando voor de pomp P2
wordt gegeven door de vlotter C verbonden met de klemmen 5-6. Het stopcommando wordt gegeven door de vlotter
A, verbonden met de klemmen 1-2, die voor beide pompen als minimumniveauvlotter fungeert.
− De eventuele vlotter tegen bedrijf zonder vloeistof N verbonden met de klemmen 21-22 of de vlotter voor
maximumdruk R verbonden met de klemmen 35-36, blokkeert, bij beide systeemtypes, de werking van de
elektropompen.
3.
Controleer het bovenstaande ook met de schakelaar SA1 in de stand
elektropompen wordt niet automatisch omgedraaid.
Voorkom starten van het systeem met de scheidingsschakelaar QS1 als beide
schakelaars QM1 en QM2 in de stand I staan.
9.7
Beschermingsinstallatie van de elektropompen (indien voorzien)
1.
De beveiliging tegen bedrijf zonder vloeistof wordt geactiveerd door de vlotter te verbinden met de klemmen ref. N
(nr. 21-22);
2.
De beveiliging tegen bedrijf met teveel vloeistof wordt geactiveerd door de vlotter te verbinden met de klemmen
ref. R (nr. 35-36);
3.
Om te controleren of de werking correct is, de activering van één van de twee vlotters simuleren. Het paneel
behoort te stoppen en de signalering HL2 behoort te gaan branden.
9.8
Alarmsysteem
1.
Controleer de werking van de alarmvlotter die verbonden is met de klemmen P (indien voorzien).
2.
Controleer de werking van het alarm op afstand, verbonden met de klemmen Q, met de alarmvlotter in de stand
ON, en houd er hierbij rekening mee dat het contact, zoals standaard voorzien, geen potentiaal heeft.
NEDERLANDS
Max. lengte lijn
Kabel Ø 6 mm
50
35
Max. lengte lijn
Kabel Ø 16 mm
110
70
40
Max. lengte lijn
Kabel Ø 16 mm
25
20
64
Max. lengte lijn
Kabel Ø 10 mm
80
60
Max. lengte lijn
Kabel Ø 25 mm
42
110
60
Max. lengte lijn
Kabel Ø 25 mm
45
43
: de startvolgorde van de twee
Max. lengte lijn
Kabel Ø 16 mm
125
100
Max. lengte lijn
Kabel Ø 35 mm
70
150
80
Max. lengte lijn
Kabel Ø 35 mm
60
59

Werbung

loading