Herunterladen Diese Seite drucken

DAB E2D 2,6 M Installationsanweisung Und Wartung Seite 61

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 42
8.5
Voeding van het paneel
Nadat u de hiervoor beschreven werkzaamheden op de juiste wijze heeft uitgevoerd, de binnendeur van het paneel
afsluiten met de vier daarvoor bedoelde schroeven, de stroomonderbrekers QM1 en QM2 in de stand 0 zetten en de
schakelaar SA1 in de stand
verdeelschakelpaneel. Sluit de scheidingsschakelaar QS1. De elektropompen worden niet gevoed.
8.6
Starten van het systeem
1. Verzeker u ervan dat de externe besturingen (vlotters of thermostaten) in de stand OFF staan (besturing
uitgeschakeld).
2. Zet de schakelaar SB1 in de stand MAN. De elektropomp P1 wordt gevoed zolang het handmatige impuls aanwezig
is. Doe hetzelfde met de schakelaar SB2. De elektropomp P2 wordt gevoed zolang het handmatige impuls aanwezig
is.
− Voor systeem met twee vlotters; overeenkomstig de indicaties uit de afbeelding op pag. 117 wordt het
startcommando voor de pomp P1 gegeven door de vlotter B verbonden met de klemmen 3-4; het startcommando
voor de pomp P2 wordt gegeven door de vlotter C verbonden met de klemmen 5-6. Het stopcommando wordt
voor beide pompen gegeven door de vlotter B als deze zich in de minimumstand bevindt.
− Voor systeem met drie vlotters; overeenkomstig de indicaties uit de afbeelding op pag. 117 wordt het
startcommando voor de pomp P1 gegeven door de vlotter B verbonden met de klemmen 3-4; het startcommando
voor de pomp P2 wordt gegeven door de vlotter C verbonden met de klemmen 5-6. Het stopcommando wordt
gegeven door de vlotter A, verbonden met de klemmen 1-2, die voor beide pompen als minimumniveauvlotter
fungeert.
− De eventuele vlotter tegen het droog functioneren N, verbonden met de klemmen 21-22, blokkeert voor beide
typen systemen de werking van de elektropompen.
3. Controleer het bovenstaande ook met de schakelaar SA1 in de stand
elektropompen wordt niet automatisch omgedraaid.
Voorkom het starten van het systeem met de scheidingsschakelaar (QS1) als beide
schakelaars QM1 en QM2 in de stand I staan.
8.7
Beschermingsinstallatie van de elektropompen (indien voorzien)
1.
De beveiliging wordt verkregen door middel van een vlotter tegen bedrijf zonder vloeistof verbonden met de
klemmen ref. N (nr. 21-22) en/of door middel van een vlotter voor maximumniveau verbonden met de klemmen
ref. R (nr. 35-36).
2.
Om te controleren of de werking correct is, de activering van de vlotter tegen bedrijf zonder vloeistof of van de
vlotter voor maximumniveau simuleren. Het paneel behoort de elektropompen te stoppen en de led LL1 van de
module SZ2 gaat uit.
8.8
Alarmsysteem
1.
Controleer of de alarmvlotter, verbonden met de klemmen P (25-26), goed werkt.
2.
Controleer de werking van het alarm op afstand, verbonden met de klemmen Q (31-32), met de alarmvlotter in de
stand ON, en houd er hierbij rekening mee dat het contact, zoals standaard voorzien, geen potentiaal heeft.
N.B. : Het voedingscircuit van het alarmsysteem moet zijn voorzien van een veiligheidscircuit PELV (CEI
EN 60204-1). Als dit niet zo is, dient u zich ervan te verzekeren dat de aardingsdraad van de vlotter
verbonden is met de klem
8.9
Gebruik van het paneel voor het voeden van lijn-circulatiepompen of drukgroepen voor
huishoudelijk gebruik
Om het paneel in te stellen voor lijnpompen of voor drukgroepen dient de brug O, verbonden met de klemmen 23-24, te
worden verwijderd.
8.10
Opsporen van storingen E2D 2,6 M - E2D 6 M - E2D 6 M HS
STORINGEN
1.
Eén van de twee
motoren (P1 en/of
P2)
wordt
niet
gevoed.
. Zet het paneel onder spanning met de hoofdschakelaar van het
CONTROLES
(MOGELIJKE OORZAKEN)
A. De stroomonderbreker van het paneel (QM1 of
QM2)
of
differentiaalschakelaar
verdeelschakelpaneel is in werking getreden.
B. Er staat geen spanning op de klemmen L1-N.
C. De bescherming van de interne transformator
NEDERLANDS
A. Controleer de isolatie van de kabels van de
de
automatische
van
het
B. Controleer de aansluitkabels van het paneel en of
C. Open de hoofdschakelaar voor drie minuten en
59
: de startvolgorde van de twee
OPLOSSINGEN
elektropomp, van de elektropomp zelf of van de
vlotters. Reset de stroomonderbreker in het paneel
(QM1 of QM2) of de differentiaalschakelaar van
het verdeelschakelpaneel.
eventuele schakelaars of scheidingsschakelaars in
de installatie in werking zijn getreden.

Werbung

loading