Herunterladen Diese Seite drucken

Greifzug tirak XA 300 P Übersetzung Der Montage- Und Gebrauchsanweisung Seite 89

Pneumatisch angetriebene seildurchlaufwinden für drahtseile zur personenbeförderung

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Drukdauwpunt minimaal 10 °C lager dan de laagste te
verwachten omgevingstemperatuur (evt. een luchtdroger
voorschakelen)
gesmeerd
Bij vochtige lucht en omgevingstemperaturen rond of onder 0 °C
bestaat ijsvormingsgevaar in de motor! Ter vermijding van
ijsvorming:
Antivriesmiddel bij de smeerolie voegen.
OPGELET!
Risico op motorschades!
Synthetische en minerale olie mogen niet worden
gemengd!
Geen synthetische smeermiddelen in het
oliesmeersysteem gebruiken!
Geen alcohol als antivries gebruiken!
Persluchttoevoer
Zie afb. 8 op pagina X.
Wanneer de onderhoudeenheid niet meegeleverd wordt, moet de
onderhoudseenheid van een filter en waterafscheider (1), een
oliesmeersysteem (2), een drukregelventiel (3) en een afsluiter
(4) voorzien zijn. Let op een toereikende persluchtkwaliteit.
De aansluiting van de lier moet van een afsluiter (4) worden
voorzien, zodat in noodgevallen de persluchttoevoer afgesloten
kan
worden
en
de
lier
onderhoudseenheid met afsluiter moet gemakkelijk bereikbaar
zijn in de buurt van de lier resp. de standplaats van de gebruiker
of deze moet op het werkplatform aangebracht zijn.
De slangverbinding (5) tussen onderhoudseenheid en motor mag
maximaal 5 meter lang zijn. Hangende slangen moeten met een
trekontlasting tegen beschadiging beveiligd worden. De
toevoerslang mag niet aan de slangkoppeling (6) van de lier of
van de onderhoudseenheid hangen. De trekontlasting van de
toevoerslang moet bijv. aan het personenopnamemiddel
aangebracht worden. Bevestig de persluchtslangen zodanig dat
zij in geval van schade niet ongecontroleerd om zich heen slaan.
Pneumatische aansluitingen tot stand brengen
Aansluitschema's
Lieren zonder handventiel (besturing alleen aan de lier):
Zie afb. 1 op pagina IV en tabel 2 op pagina V.
Lieren met handventiel:
Zie afb. 2 op pagina VI en tabel 3 op pagina VII.
Stuurleidingen
Series LA 500 P, XA 300 - 1030 P:
De stuurleidingen (1) zijn vast of met gemarkeerde
slangkoppelingen (3) aangesloten (zie afb. 21 op pagina XII).
Rev. 08/2010
gestopt
kan
worden.
De
Montage- en bedieningshandleiding
Uitbouw:
Kraag (2) omlaag drukken, bijv. met een smalle
schroevendraaier.
Slang eruit trekken.
Inbouw:
Slangen conform afb. 1 op pagina IV resp. afb. 2 op pagi-
na VI aan de aansluitingen toewijzen.
Slang ca. 1 cm in de opening van de koppeling steken.
De slang mag niet met de hand uitgetrokken kunnen
worden.
Serie XA 2050 P:
De stuurleidingen worden aangesloten met slangkoppelingen. De
slangkoppelingen zijn gecodeerd en gemarkeerd (1), zodat zij
niet verwisseld kunnen worden (zie afb. 18 op pagina XII).
Toevoerleiding
Zie afb. 8 op pagina X:
Toevoerslang (5) met perslucht uitblazen. Evt. koppeling (6)
aan de lier reinigen.
Drukregelventiel (3) op 6 bar instellen.
Toevoerslang (5) aan de slangkoppeling (6) aansluiten.
Alle hangende slangen met een trekontlasting beveiligen.
Alsluitkraan (4) langzaam openen.
Allen slangen op lekkages controleren.
Kabel monteren
Risico op steek- en snijwonden!
Door draadbreuken in de draadkabel kunnen draden
uitsteken! Uitstekende draden kunnen door veiligheidshand-
schoenen snijden of steken!
Geschikte zware leren handschoenen dragen bij
werkzaamheden aan de draadkabel.
Draadkabel niet door de handen laten glijden.
Gevaar voor kneuzingen en naar binnen trekken!
Bij het invoeren van de kabel bestaat er gevaar dat vingers of
de hele hand met de kabel naar binnen worden getrokken of
tussen kabelrollen en kabelgeleidingen bekneld raken!
Terwijl de lier in gebruik is de draadkabel niet aanraken.
Niet aan de in- of uitloop van de lier grijpen.
Geschikte veilige afstand tot de kabel aanhouden.
Let erop dat er geen lussen in de kabel komen.
OPGELET!
Verkeerde montage!
Schade aan de kabel mogelijk!
Kabel niet over randen voeren.
Het losse kabeleinde vrij laten hangen.
GEVAAR!
NL–11

Werbung

loading