5.2 Standaard functionele module, FM 200
5.2.1 Ingangen en uitgangen
De module heeft de volgende aansluitingen:
•
twee analoge ingangen
•
twee digitale ingangen of één digitale ingang en
één open-collector-uitgang
•
Grundfos Digital Sensor ingang en uitgang
•
twee signaalrelaisuitgangen
•
GENIbus verbinding.
Alle ingangen en uitgangen zijn intern gescheiden
van de delen die de netspanning geleiden d.m.v.
dubbele isolatie, en elektrisch gescheiden van
overige circuits. Alle regelklemmen worden gevoed
door een veilige lage spannning (PELV), waardoor er
bescherming tegen elektrische schokken is.
5.2.2 Signaalrelais 1
LIVE: U kunt voedingsspanningen tot 250 VAC
aansluiten op de uitgang.
PELV: De uitgang is elektrisch gescheiden van de
overige circuits. Daardoor kunt u de
voedingsspanning of de extra lage
veiligheidsspanning naar wens op de uitgang
aansluiten.
5.2.3 Signaalrelais 2
PELV: De uitgang is elektrisch gescheiden van de
overige circuits. Daardoor kunt u de
voedingsspanning of de extra lage
veiligheidsspanning naar wens op de uitgang
aansluiten.
5.2.4 Aansluitklemmen voor de netvoeding
Fasen
Klemmen
Eenfase
N, PE, L
PE
L
N
5.2.5 Aansluitklemmen voor ingangen en
uitgangen
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Zorg ervoor dat de draden van de
onderstaande groepen aansluitingen
over hun gehele lengte door middel
van dubbele isolatie van elkaar worden
gescheiden.
OC
GND
+24 V*
+24 V*
+24 V*
+24 V*/5 V*
+
+
+24 V*
+24 V*
+24 V*/5 V*
Aansluitklemmen, FM 200
* Als u een externe voedingsbron gebruikt, moet er een aansluiting
zijn naar aarde.
NC
C1
NO
NC
C2
NO
DI
10
DI3/OC1
4
AI1
2
DI1
5
+5 V
6
GND
A
GENIbus A
Y
GENIbus Y
B
GENIbus B
3
GND
15
+24 V
8
+24 V
26
+5 V
23
GND
25
GDS TX
24
GDS RX
+5 V*
7
AI2
93