Vanguard Irrigated Ablation Catheter SJ Gebrauchsanweisung Seite 39

Zorg dat de katheterpunt in de neutrale (gestrekte) positie staat voordat u de katheter inbrengt. Om
→
het inbrengen te vergemakkelijken, gebruikt u een inbrenghuls met een minimale diameter van 8,5 F.
Om te voorkomen dat de spoelleidingen verstopt raken, moet de katheter continu worden
doorgespoeld terwijl hij zich in het vaatstelsel bevindt. Stop niet met spoelen totdat de katheter uit het
lichaam is verwijderd.
Sluit de katheter aan op de compatibele katheterpositionerings- en navigatiesystemen met behulp van
→
een compatibele kabel. Informatie over het gebruik van katheterpositionerings- en navigatiesystemen
in combinatie met dit product vindt u in de betreffende gebruiksaanwijzing.
Maak, rekening houdend met de aseptische regels, een toegang tot een groot centraal vat, waardoor u
→
de katheter naar binnen kunt schuiven.
→ Het inbrengen van de katheter door een perifeer vat en de positionering moet onder controle worden
gehouden met behulp van fluoroscopische beeldvorming.
→ De distale katheterpunt wordt afgebogen met behulp van de bedieningselementen op het handvat. Bij
unidirectionele katheters wordt de kromming ingesteld door de krommingssturing op te schuiven en
terug te trekken. Met de bidirectionele katheter wordt de kromming ingesteld door de
krommingssturing te draaien. Trek niet aan de Luer-aansluiting.
Let op de impedantieweergave van de RF-generator voor, tijdens en na de HF-ablatie. Als de
→
impedantie tijdens de RF-ablatie plotseling toeneemt zonder de vooraf ingestelde grenswaarde te
overschrijden, moet de RF-ablatie handmatig worden gestopt. De arts moet de situatie beoordelen.
Indien nodig moet de katheter van de patiënt worden verwijderd en eventuele stolsels van de distale
punt worden verwijderd.
Om de RF-therapie (ablatie) te starten, drukt u op de knop "RF Energy Delivery" (RF-energieafgifte) op
→
de generator. De stroomsnelheid van de spoeling wordt door de pomp automatisch verhoogd van de
continue beginstroomsnelheid naar een hoge stroomsnelheid.
Om een lineaire laesie aan te brengen, beweegt u de katheter lineair. Blijf hierbij niet langer dan
→
60 seconden op één plaats.
Uitgaande van het aanbevolen uitgangsvermogen van 20 W, kan het vermogen worden verhoogd tot
→
het maximale vermogen van 50 W om een effectieve laesie te bereiken. IEGM en impedantie moeten
worden beoordeeld voordat de vermogensinstelling wordt gewijzigd. Bij een vermogensinstelling vanaf
40 W kan plotseling stoom ontsnappen. Het vermogen mag alleen tot deze waarden worden verhoogd
als het gewenste resultaat niet met een lager vermogensniveau kan worden bereikt.
Als de uitgangstemperatuur
→
uitgangsvermogen is bereikt, kan de temperatuur tot het toegestane maximum (45 °C) worden
verhoogd. Voorafgaand moeten eerst IEGM en impedantie worden beoordeeld.
Als er plotseling stoom ontsnapt, moet de RF-energieafgifte worden onderbroken.
→
→ Na het plotseling ontsnappen van stoom of een automatische uitschakeling moet de katheter worden
verwijderd. Bovendien moet een visuele inspectie op stolsels, verkoling of andere katheterdefecten
plaatsvinden.
Als de pomp een alarm geeft en de spoelprocedure wordt onderbroken, moet de katheter onmiddellijk
→
uit de patiënt
bedieningshandleidingen voor generator en pomp). Aan het einde van elke ablatie keert de pomp
automatisch terug naar de continue beginstroomsnelheid met de geselecteerde vertraging.
©Vanguard AG 1000001966_REV_C_26-08-2021
van 40 °C wordt bereikt zonder
worden verwijderd, geïnspecteerd en
dat het vooraf ingestelde
opnieuw worden gespoeld (zie
39