Bosch eBike ABS BAS3311 Originalbetriebsanleitung Seite 29

Technische gegevens
Bosch eBike ABS
Gebruikstemperatuur
Opslagtemperatuur
Beschermklasse
Gewicht, ca.
Aanwijzing: Neem voor de product- en functiebeschrijving
van de remmen goed nota van de gebruiksaanwijzing van de
remmenfabrikant.
Werking
Bij bediening van de voorwielrem herkent de ABS-functie
door wieltoerentalsensoren op het voor- en achterwiel een
kritische slip en begrenst deze door daar de remdruk te ver-
minderen en zo het wiel te stabiliseren.
Nadat het wiel zich heeft gestabiliseerd, wordt het wiel door
gericht opbouwen van de druk weer bij de blokkeergrens ge-
bracht. De hendel beweegt daardoor bij elke remimpuls een
klein stukje in de richting van het stuur. Heeft het wiel weer
de neiging om te blokkeren, dan wordt opnieuw de druk ver-
minderd. Dit herhaalt zich om het wiel steeds bij de grip-
grens te houden en zo de wrijvingscoëfficiënt tussen banden
en rijbaan optimaal te benutten.
De ABS-functie wordt beëindigd, wanneer zich één van de
volgende gebeurtenissen voordoet:
– de bufferkamer in de ABS-besturingseenheid is helemaal
gevuld
– de eBike is tot stilstand gekomen
– de fietser laat de rem los
Naast de zuivere ABS-functie is tevens een herkenning voor
loskomen van het achterwiel bij vol remmen geïntegreerd.
Daarmee kan binnen bepaalde grenzen een over de kop
slaan naar voren bij zeer heftige remmanoeuvres tegenge-
stuurd worden.
Montage
Het antiblokkeersysteem is door de fabrikant helemaal ge-
monteerd en mag niet veranderd worden.
Let op! Wanneer u nog meer accessoires aan het stuur wilt
bevestigen, let er dan op dat het stuur vanuit de middenposi-
tie naar elke kant ten minste 60° vrij moeten kunnen bewe-
gen. Eventueel moeten stuurbegrenzers gebruikt worden.
Gebruik
Het aanbrengen van extra houders op de vork, bijv.
u
voor bagagetassen, is in combinatie met een ABS niet
toegestaan.
Vóór elke rit
Controleer telkens bij het inschakelen van het eBike-systeem
of het ABS-controlelampje correct op het display en/of op de
bedieningseenheid oplicht. De details vindt u in een van de
Bosch eBike Systems
BAS3311
°C –5 ... +40
°C +10 ... +40
IPx7
g 215
volgende gedeeltes (zie „Het controlelampje van het ABS",
Pagina Nederlands – 3).
Controleer vóór elke rit de toestand en de verkeersveiligheid
van de eBike. De eBike moet bij gebruik in een correcte tech-
nische staat verkeren.
Controleer vóór vertrek altijd of de voor- en achterrem cor-
rect functioneren.
Controleer vóór vertrek of de dikte van de remvoeringen en
remschijf voldoen aan de voorschriften van de remmenfabri-
kant.
Bij de eerste rit
Maak u vertrouwd met het aanspreekgedrag en de werkwijze
van de remmen en de ABS! Oefen eventueel remtechnieken
op een weg waar weinig verkeer komt.
Schijfremmen hebben een inremtijd nodig. De remkracht
wordt na verloop van tijd hoger. Ben u daarom tijdens de in-
remtijd bewust van het feit dat de remkracht hoger kan wor-
den. Dezelfde toestand doet zich ook voor na het vervangen
van de remvoeringen of schijf. Details over het vervangen
van de remschijven en remvoeringen evenals over de han-
delwijze bij het inremmen vindt u in de gebruiksaanwijzing
van de remmenfabrikant.
Tijdens de rit
Pas rijgedrag en remgedrag aan de betreffende rijsituaties,
rijbaanomstandigheden en uw rijvaardigheid aan.
Denk eraan dat het ABS uw remweg kan verlengen.
Op een gladde ondergrond slippen de banden gemakkelijker
en bestaat er een groter gevaar voor vallen. Verminder daar-
om de snelheid en gebruik de remmen tijdig en gedoseerd.
Het controlelampje van het ABS
Het ABS-controlelampje moet na het starten van het sys-
teem oplichten en moet na het wegfietsen bij ca. 5 km/h uit-
gaan.
Wanneer het controlelampje na het wegfietsen niet uitgaat of
tijdens de rit oplicht, signaleert dit een fout in het antiblok-
keersysteem of dat de ABS-functionaliteit door de gebruiker
is uitgeschakeld. Wanneer een display aangesloten is, krijgt
u bovendien een foutcode op het display te zien. Bovendien
kunt u een opgeslagen foutcode in de app eBike Flow bekij-
ken. Het antiblokkeersysteem is dan niet meer actief. Het
remsysteem zelf blijft functioneren, alleen de antiblok-
keersysteem-regeling vervalt.
Laat alle reparaties uitsluitend vakkundig uitvoeren.
u
De functionaliteit van de achterrem is niet afhankelijk van de
functionaliteit van het antiblokkeersysteem.
WAARSCHUWING – ABS-controlelampje brandt.
u
Bij oplichtend ABS-controlelampje is de ABS-functie niet
actief.
Aanwijzing: Het ABS-controlelampje kan ook oplichten,
wanneer bij extreme rijsituaties de toerentallen van voor- en
achterwiel sterk van elkaar afwijken, bijv. bij rijden op het
achterwiel of wanneer de fiets ongewoon lang zonder bo-
demcontact (montagestandaard) draait. Daarbij wordt het
antiblokkeersysteem uitgeschakeld. Om het antiblok-
Nederlands – 3
0 275 008 3AS | (02.03.2022)