Testen Van De Deactiveringseenheid - Simons Voss Technologies Signalwörter Bedienungsanleitung

5. Testen van de deactiverings-
eenheid
Bevestiging
van
deactivering
5 Testen van de deactiveringseen-
50 / 100
1. Een deactiveringseenheid trekt de leiding voor de
bevestiging van de deactiveringseenheid (pin 14)
op massa zolang de cilinder binnen bereik geacti-
veerd is.
Hij trekt de leiding voor bevestiging van de
deactivering (pin 14) ook op massa zolang de
ingang van de dagschootbewaking (pin 12)
massapotentiaal heeft. Gebruik daarom contacten
voor de dagschoot die de ingang van de
dagschootbewaking scheiden zodra de schoot naar
binnen schuift (potentiaalvrije opener).
2. De leiding voor de bevestiging van de deactivering
ontvangt pas een hoge impedantie wanneer alle
deactiveringseenheden de cilinders in hun bereik
met succes hebben gedeactiveerd en bij evaluatie
van de dagschoten blijkt dat ze allemaal uitge-
schoven zijn.
heid
1. Sluit de deactiveringseenheid aan op een stroom-
verzorging (bijvoorbeeld een 9V-blokbatterij, zie
Aansluitingen van de deactiveringseenheid
[ 53] ).
}
2. Plaats de deactiveringseenheid naast het digitale
sluitelement (cilinders en SmartHandles max.
30 cm, SmartRelais 20 cm tot 1 m).
3. Verzeker u ervan dat alle componenten correct ge-
programmeerd zijn (zie manual).
Block lock Deactivation unit
NL