Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Opslag En Transport; Veiligheid Van De Omgeving; Brandstof Tanken; Vóór De Ingebruikname - Parkside PBKS 53 A1 Bedienungs- Und Sicherheitshinweise Originalbetriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
■ Draag bij lang haar een haarnetje!
■ Draag bij werkzaamheden in het bos altijd een veiligheids-
helm. Die biedt bescherming tegen vallende takken. Con-
troleer de veiligheidshelm regelmatig op beschadigingen.
Vervang de veiligheidshelm na maximaal vijf jaar door een
nieuwe. Gebruik alleen goedgekeurde veiligheidshelmen.
■ Het vizier, resp. de veiligheidsbril beschermt tegen spanen
en splinters. Zorg tijdens de werkzaamheden altijd voor ge-
zichtsbescherming in de vorm van een vizier of een veilig-
heidsbril om oogletsel te voorkomen.
■ Draag altijd gehoorbescherming. Het door het apparaat ge-
produceerde geluid kan gehoorschade veroorzaken.
■ Draag robuuste werkhandschoenen van sterk materiaal, bij-
voorbeeld leer.
■ Draag bij het zagen van droog hout een stofmasker. Bij het
zagen van droog hout kan zaagstof vrijkomen.

6.3 Opslag en transport

■ Schakel de kettingzaag altijd uit als u zich verplaatst, ook
over kleine afstanden. Schakel de kettingrem in en schuif de
zwaardkoker om het zwaard.
■ Gebruik de zwaardkoker tijdens transport en opslag.
■ Zorg dat het apparaat tijdens transport niet kan omvallen
(ook in voertuigen), om lekkage van brandstof, schade en
letsel te voorkomen.
■ Draag het apparaat alleen aan de voorste handgreep. Het
zwaard dient daarbij naar achteren te wijzen, van het li-
chaam afgekeerd (zie afb. M).
■ Houd de hete geluiddemper weg van het lichaam. Er be-
staat verbrandingsgevaar!
■ Maak de kettingzaag schoon en pleeg onderhoud voordat
u hem opbergt.
■ Berg het apparaat op een veilige, droge plaats op. Tref ook
maatregelen om onbevoegd gebruik te voorkomen.

6.4 Veiligheid van de omgeving

■ Nationale en/of plaatselijke voorschriften kunnen het ge-
bruik van geluid producerende, door een motor aangedre-
ven apparaten beperken. Neem voor meer informatie daar-
over contact op met de gemeente.
■ Het apparaat mag niet binnenshuis worden gebruikt, noch in
andere slecht geventileerde ruimtes. Er bestaat verstikkings-
gevaar door giftige uitlaatgassen/smeeroliedamp.
■ Voer de werkzaamheden uitsluitend uit bij daglicht.
■ Werk niet bij ongunstige weersomstandigheden, zoals regen
en wind. Onder die omstandigheden neemt het risico op on-
gevallen toe.
■ Houd uw werkomgeving schoon en opgeruimd.
■ Houd kinderen, andere personen en dieren voor en tijdens
het werk op afstand. Als u afgeleid raakt, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
■ Controleer, voordat u met de werkzaamheden begint, of zich
personen, kinderen of dieren in de gevarenzone bevinden.
■ Werk niet in de nabijheid van afrasteringen of daar waar los
afrasteringsdraad kan rondslingeren.
■ Zet brandbestrijdingsmiddelen klaar als u werkzaamheden
uitvoert in een omgeving met een verhoogd risico op brand,
bijvoorbeeld in de buurt van droog gras. Er bestaat brand-
gevaar!
60
NL/BE

6.5 Brandstof tanken

■ Benzine is extreem licht ontvlambaar. Houd bij het tanken
afstand tot open vuur en rook niet tijdens het tanken. Er be-
staat brandgevaar!
■ Let op dat u geen benzine morst. Benzine en kettingolie mo-
gen niet in de bodem terechtkomen. Gebruik onderleggers
om dit te voorkomen.
■ Tank alleen in voldoende geventileerde ruimten. Benzine-
dampen zijn licht ontvlambaar en zeer explosiegevaarlijk.
■ Zet voor het tanken de motor uit en laat het apparaat afkoe-
len. Reinig meteen de plekken waar u benzine morst. Trek
meteen andere kleren aan als er benzine op uw kleren te-
recht is gekomen.
■ Voorkom bovendien dat benzine of smering (olie) in contact
komt met de huid of de ogen.
■ Adem de benzinedampen/smeeroliedampen niet in.
■ Let op lekkage. Bij verlies van benzine start de motor niet. Er
bestaat gevaar door verbranding.
■ Open de tankdop voorzichtig zodat eventuele overdruk
langzaam kan ontsnappen en er geen benzine uit de tank
spuit.
6.6 Vóór de ingebruikname
m WAARSCHUWING
Voer controles altijd uit voordat u het apparaat gebruikt en ter-
wijl de motor nog niet is ingeschakeld.
Controleer altijd of het apparaat veilig kan worden gebruikt
voordat u ermee gaat werken of wanneer het op de grond is
gevallen.
Controleer of bewegende onderdelen naar behoren werken.
Veel ongelukken zijn het gevolg van slecht onderhoud van ap-
paraten. Laat beschadigde onderdelen onmiddellijk door ge-
kwalificeerd personeel repareren.
Gebruik de kettingzaag en de accessoires uitsluitend in over-
eenstemming met de instructies in deze gebruiksaanwijzing.
Houd daarbij rekening met de werkomstandigheden en de
te verrichten werkzaamheden. Het gebruik van motoraange-
dreven apparaten voor andere doeleinden dan de beoogde
toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
■ Controleer regelmatig of de kettingrem goed functioneert
(voorste handbescherming, zie afb. E).
■ Controleer of het zwaard op de juiste manier is gemonteerd.
■ Controleer of de zaagketting correct gespannen is. Volg de
instructies op voor smering, kettingspanning en het verwisse-
len van accessoires. Een ketting die niet goed gespannen of
gesmeerd is, kan breken en verhoogt de kans op terugslag.
■ Houd zagen scherp en schoon. Slijp de tanden regelmatig
bij en vervang versleten onderdelen op tijd. Met zorg on-
derhouden zaaggereedschappen met scherpe zaagvlakken
lopen minder vaak vast en zijn gemakkelijker te sturen.
■ Controleer of de gashendel en de gashendelvergrendeling
soepel functioneren. De gashendel moet terugveren naar de
uitgangspositie.
■ Controleer of zich genoeg brandstof en kettingolie in de
tanks bevindt.
■ Controleer of de handgrepen schoon, droog en vrij van olie
en vuil zijn.
■ Werk niet alleen. In noodgevallen dient een tweede persoon
aanwezig te zijn.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis