Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Handige Tips; Bougie; Vonkenvanger; Uw Motor Stallen - Honda GCV135 Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für GCV135:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 17
2colGCV135_160_297x210_ORIZ_15set09:297x210 (303x216) 25/09/09 14:18 Pagina 38

BOUGIE

Aanbevolen bougie:
GCV135E:
BPR4ES (NGK)
GCV160E:
BPR5ES (NGK)
Voor zwevende grasmaaier:
GCV135E/GCV160E:
BPR6ES (NGK)
De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de normale
bedrijfstemperatuur van de motor.
Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen.
Als de motor gedraaid heeft, laat deze dan eerst afkoelen voordat u
onderhoud aan de ontstekingsbougie uitvoert.
Voor een goede werking moet de bougie de juiste elektrodenafstand
hebben en mag er geen aanslag aanwezig zijn.
1.
Haal de bougiedop los van de
bougie en verwijder eventueel vuil
direct rondom de bougie.
2.
Verwijder de bougie met de
bougiesleutel.
3.
Kontroleer het uiterlijk van de bou-
gie. De bougie weggooien, wanneer
deze zichtbaar afgesleten of de
isolator gescheurd of afgesplinterd
is. Wanneer de bougies opnieuw ge-
BOUGIESLEUTEL
bruikt dienen te worden, reinig deze
dan met een staalborstel.
MASSA-ELEKTRODE
4.
Meet de elektrodenafstand van de
bougie met een voelermaat.
0,7 0,8 mm
Corrigeer zo nodig door de
zijelektrode te verbuigen.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,7 0,8 mm
5.
Overtuig U ervan, dat de
dichtingsring in goede staat is, dan
de bougie met de hand indraaien,
om te vermijden dat de draad
verkeerd ingeschroefd wordt.
6.
Trek de bougie nadat deze aanligt
nog iets na met een bougiesleutel
om de ring samen te drukken.
BOUGIE
Bij het installeren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt
nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten.
Bij het opnieuw installeren van de oude bougie moet deze nadat hij
aanligt nog 1/8 1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te
zetten.
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen.
Door de bougie te strak aan te draaien, kan de schroefdraad in de
cilinderkop worden beschadigd.
7.
Bevestig de bougiedop op de bougie.
38
VONKENVANGER (betreffende uitvoeringen)
In sommige landen is het gebruik van een motor zonder vonkenvanger
wettelijk niet toegestaan. Neem alle plaatselijke voorschriften en
wetgeving in acht. Een vonkenvanger is verkrijgbaar bij een erkende
Honda onderhoudsdealer.
De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn werking
te behouden.
Als de motor gedraaid heeft, is de uitlaatdemper heet geworden. Laat deze
dan afkoelen voordat u onderhoud aan de vonkenvanger verricht.
Verwijderen van vonkenvanger
1.
Verwijder de uitlaatdemperbeschermer door de drie 6-mm bouten los te
halen.
2.
Verwijder de vonkenvanger uit de uitlaatdemper door de twee
schroeven los te halen. (Zorg dat het metaalgaas niet beschadigd raakt.)
VONKENZANGER
UITLAATDEMPER
SCHROEF (2)
UITLAATDEMPERBESCHERMER
6 mm BOUT (3)
Inspectie & reiniging van vonkenvanger
Zoek naar koolaanslag rondom de uitlaatpoort en de vonkenvanger en
reinig zo nodig.
1.
Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de
vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet.
Vervang de vonkenvanger als deze breuken of gaten vertoont.
ZEEF VAN DE VONKENVANGER
2.
De vonkenvanger en uitlaatdemper in omgekeerde volgorde terug aan-
brengen.
NEDERLANDS
HANDIGE TIPS & SUGGESTIES

UW MOTOR STALLEN

Voorbereiding op stalling

Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije conditie te
houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende stappen voorkomt u
dat roest en corrosie de werking en de aanblik van uw motor verslechteren
en zal de motor de volgende keer weer gemakkelijk starten.
Reinigen
Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen
voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk
beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten licht in
met olie.
Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger,
kan er water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen. Water
in het luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en water dat
zo het luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder
terechtkomen en schade veroorzaken.
Brandstof
Afhankelijk van de regio waar u de apparatuur gebruikt, kan de
samenstelling van de brandstof snel verslechteren en oxideren.
Verslechtering en oxidatie van de brandstof kunnen al binnen 30 dagen
optreden en kunnen schade veroorzaken aan de carburateur en/of het
brandstofsysteem. Raadpleeg uw onderhoudsdealer voor aanbevelingen
voor opslag.
Benzine zal tijdens stalling oxyderen en gaat dan kwalitatief achteruit. Met
slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een harsaanslag
achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de kwaliteit van de
benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is mogelijk extra
onderhoud nodig aan de carburateur of andere onderdelen van het
brandstofsysteem of moeten deze worden vervangen.
De tijdsduur dat benzine in uw brandstoftank en carbrator kan gelaten
worden, zonder functionele problemen te veroorzaken, hangt van
verschillende factoren af zoals: benzinemenging, opslagtemperatuur, en of
de tank gedeeltelijk of volledig gevuld is. De lucht in een gedeeltelijke
gevulde brandstoftank bevordert brandstofverval. Warme
opslagtemperaturen versnellen het brandstofverval. Brandstofverval kan
binnen de 30 dagen voorkomen vanaf het houden van brandstof in de
brandstoftank, of zelf minder als de brandstof niet vers was wanneer u de
brandstoftank vulde.
Schade aan het brandstofsysteen om problemen met de prestatie van de
motor die voortvloeien uit het niet-naleven van de opslagvoorbereiding
vallen niet onder de garantie.

Brandstoftank en carburateur aftappen

Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met benzine
bezig bent.
Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
vuur uit de buurt.
Werk met benzine alleen in de buitenlucht.
Veeg gemorste benzine direct weg.
1.
Tap de benzine in de tank en de carburateur af in een geschikte
opvangbak voor benzine.
2.
Draai de brandstofkraan in de stand UIT.
Draai de aftapbout van de carburateur 1 1 1/2 slag los en tap de
carburateur af.
3.
Zet de brandstofkraan in de stand ON (aan) en laat de brandstof uit de
tank in de opvangbak stromen.
4.
Zet de aftapbout in de carburateur weer vast, zodat de vlotterkamer niet
kan vervormen, en draai de brandstofkraanhendel in de stand OFF (uit).
VLOTTERKAMER
U
U
I
I
T
T
AAN
BRANDSTOFKRAAN
AFTAPSTOP
5.
Als u de carburateur niet kunt aftappen, tapt u de brandstoftank met een
gewone handpomp leeg in een hiervoor geschikte opvangbak voor
benzine. Gebruik geen elektrische pomp.
Laat de motor draaien totdat deze stopt vanwege een gebrek aan
brandstof.
Motorolie
1.
Ververs de motorolie (zie pagina
37
).
2.
Verwijder de bougie (zie pagina
38
).
3.
Giet een theelepel (5 10 cm ) schone motorolie in de cilinder.
4.
Trek een paar keer aan het startkoord om de olie in de cilinder te
verdelen.
5.
Breng de bougie weer aan.
6.
Trek het startkoord langzaam uit totdat u weerstand voelt. Hiermee sluit
u de kleppen en beschermt u deze tegen stof en corrosie.
HANDGREEP STARTKOORD
7.
Smeer corrosiegevoelige onderdelen licht in met olie. Dek de motor af
om stof buiten te houden.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Gcv160

Inhaltsverzeichnis