Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bougie; Handige Tips & Suggesties; Uw Motor Stallen - Honda GP160 Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für GP160:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 33

BOUGIE

Aanbevolen bougie:
De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de
normale bedrijfstemperatuur van de motor.
Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen.
Als de motor gedraaid heeft, laat deze dan eerst afkoelen voordat u
onderhoud aan de ontstekingsbougie uitvoert.
Voor een goede werking moeten de bougies de juiste
elektrodenafstand hebben en mag er geen aanslag op aanwezig zijn.
1. Haal de bougiedop los van de
bougie en verwijder eventueel
vuil direct rondom de bougie.
2. Verwijder de bougie met een
bougiesleutel van 21 mm.
3. Controleer het uiterlijk van de
bougie. Vervang deze als hij
beschadigd of erg vervuild is,
als de onderlegring in slechte
conditie is of als de elektrode
versleten is.
4. Meet de elektrodenafstand
met een voelermaat van het
draadtype. Corrigeer de
elektrodenafstand zo nodig
door de zijelektrode
voorzichtig iets te buigen.
De elektrodenafstand
moet zijn:
0,7 – 0,8 mm
5. Monteer de bougie zorgvuldig
met de hand, om beschadiging van de schroefdraad te
voorkomen.
6. Draai de bougie nadat deze is geplaatst nog iets vast met een
bougiesleutel van 21 mm om de afdichtring samen te drukken.
Bij het monteren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij
aanligt nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring
samen te drukken.
Bij het opnieuw monteren van de oude bougie moet deze nadat
hij aanligt nog 1/8-1/4 slag extra worden aangedraaid om de
ring vast te zetten.
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade
oplopen.
Als de bougie te strak wordt vastgedraaid, kan de schroefdraad
in de cilinderkop worden beschadigd.
7. Bevestig de bougiedop op de bougie.
BPR6ES (NGK)
W20EPR-U (DENSO)
BOUGIESLEUTEL
BOUGIEDOP
ZIJELEKTRODE
0,7–0,8 mm
ONDERLEGRI
NG
HANDIGE TIPS & SUGGESTIES

UW MOTOR STALLEN

Voorbereiding op stalling
Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije
conditie te houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende
stappen voorkomt u dat roest en corrosie de werking en de aanblik
van uw motor verslechteren en zal de motor de volgende keer weer
gemakkelijk starten.
Reinigen
Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen
voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk
beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten
licht in met olie.
Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een
hogedrukreiniger, kan er water in het luchtfilter of in de
uitlaatdemperopening dringen. Water in het luchtfilter wordt
opgezogen door het luchtfilterelement en water dat zo het
luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder
terechtkomen en schade veroorzaken.
Brandstof
Afhankelijk van de regio waar u de apparatuur gebruikt, kan de
samenstelling van de brandstof snel verslechteren en oxideren.
Verslechtering en oxidatie van de brandstof kunnen al binnen
30 dagen optreden en kunnen schade veroorzaken aan de
carburateur en/of het brandstofsysteem. Raadpleeg uw
onderhoudsdealer voor aanbevelingen voor opslag.
Benzine zal tijdens stalling oxideren en gaat dan kwalitatief achteruit.
Met slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een
harsaanslag achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de
kwaliteit van de benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is
mogelijk extra onderhoud nodig aan de carburateur of andere
onderdelen van het brandstofsysteem of moeten deze worden
vervangen.
De tijdsduur dat benzine in uw brandstoftank en carburateur kan
worden gelaten, zonder functionele problemen te veroorzaken,
hangt van verschillende factoren af zoals benzinemengsel, uw
opslagtemperaturen, en of de brandstoftank helemaal of gedeeltelijk
vol is. De lucht in een gedeeltelijke gevulde brandstoftank bevordert
brandstofverslechtering. Zeer warme opslagtemperaturen versnellen
het brandstofverval. Brandstofverval kan binnen de 30 dagen
voorkomen vanaf het houden van brandstof in de brandstoftank, of
zelf minder als de brandstof niet vers was wanneer u de
brandstoftank vulde.
Schade aan het brandstofsysteem om problemen met de prestatie
van de motor die voortvloeien uit het niet-naleven van de
opslagvoorbereiding vallen niet onder de garantie.
NEDERLANDS
11

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Gp200

Inhaltsverzeichnis