Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Christopeit EL 8 - 9824 Montageanleitung Und Bedienungsanleitung Seite 45

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Programma's 14 en 15: individuele trainingsprogramma's
Omwille van het in het programma 13 berekende lichaamstype wordt er
in het programma 14 voor de gebruiker 1 en in het programma 15 voor
de gebruiker 2 een trainingsvoorstel gearchiveerd.
CONTRASTINSTELLING:
Om het LCD – display bij uiteenlopende lichtverhoudingen beter te kunnen
lezen, kan het contrast in 16 niveaus als volgt ingesteld worden:
1. Toestel met toets „S" in de modus „STOP" brengen. PROGRAMMA
knippert.
2. Gelijktijdig de toetsen „E" en „+" langer dan 2 seconden ingedrukt
houden tot er een kort waarschuwingsgeluid weerklinkt.
3. Met toets „+ / -" kan de lichtintensiteit in 16 niveaus ingesteld worden.
In de fabriek werd het display op niveau 8 gezet.
4. Met toets „S" de modus „Stop" verlaten.
FOUTMELDINGEN:
Bij iedere nieuwe start voert de computer een sneltest op goede
functioneerbaarheid door. Indien dan toch eens niet alles in orde is,
geeft de computer drie verschillende foutmogelijkheden aan:
E 1 Dit symbool en een waarschuwingsgeluid verschijnen wanneer de
bedrading verkeerd aangesloten is.
Controleer al de kabelverbindingen, meer in het bijzonder aan de
stekkers. Na oplossing van de fout de toets „S" 2 seconden lang
ingedrukt houden om het systeem terug op 000 te zetten.
E 2 Dit symbool verschijnt wanneer de meetwaarden niet correct zijn of
wanneer de IC beschadigd is.
E 3 Dit symbool verschijnt wanneer er in het programma 13 bij de meting
geen signalen van de handpuls ontvangen worden
POLSSLAGMETING:
1. Handpulsmeting:
In het linkse en rechtse stuurgedeelte is telkens een metalen contactplaat,
de voelers, voorzien. Verbind de kabel met de aansluiting 21 op de
computer. Gelieve erop te letten dat steeds beide handpalmen
gelijktijdig met normale kracht op de voelers liggen. Zodra er een
polsslag volgt, knippert er een hart naast het polsslagdisplay F.
(De handpulsmeting dient slechts ter oriëntatie omdat het door beweging,
wrijving, zweet etc. tot afwijkingen van de effectieve polsslag kan komen.
Bij een klein aantal personen kan het tot foutieve functies van de
handpulsmeting komen.
Indien u moeilijkheden met de handpulsmeting ondervindt, raden wij het
gebruik van een cardioborstgordel aan.
2. Cardiopolsslagmeting:
In de handel zijn zogeheten cardiopolsslagmeters verkrijgbaar, die uit
een zenderborstgordel en een armbandhorloge-ontvanger bestaan.
De computer van uw ERGOMETER is met een ontvangtoestel (zonder
zender) voor bestaande cardiopolsslagmeetinstrumenten uitgerust.
Indien u in het bezit van een dergelijk toestel bent, kunnen de door uw
zendtoestel (borstgordel) uitgestraalde impulsen op het computerdisplay
afgelezen worden. Dit functioneert met al de niet-gecodeerde
borstgordels, waarvan de zendfrequentie tussen 5,0 en 5,5 KHz ligt.
De reikwijdte van de zendtoestellen bedraagt al naargelang het model 1
tot 2 m.
OPGELET: indien beide polsslagmeetmethoden tegelijkertijd gebruikt
worden (bijvoorbeeld: ze dragen een borstgordel en leggen gelijktijdig
hun handen op de handpulsvoelers) heeft de handpulsmeting
voorrang.
Toets „START" beslist indrukken, anders volgt er geen
polsslagmeting.
FITNESSCIJFER / FUNCTIE „ONTSPANNINGSPOLSSLAG"
Uw ergometer biedt de mogelijkheid, een evaluatie van uw individuele
fitness in de vorm van een „fitnesscijfer" door te voeren.
Het meetprincipe is gebaseerd op het feit dat bij gezonde, goed
getrainde personen de polsslagfrequentie binnen een bepaalde
tijdspanne na de training sneller daalt dan bij gezonde, minder goed
getrainde personen. Voor de vaststelling van de fitnesstoestand wordt
er daarom op het verschil van de polsslagfrequentie op het einde van
de training (beginpolsslag) en één minuut na het einde van de training
(eindpolsslag) beroep gedaan.
Start deze functie pas wanneer u een tijdje getraind hebt. Vóór het begin
van de functie „Ontspanningspolsslag" moet u uw actuele
polsslagfrequentie laten weergeven doordat u uw handen op de
handpulsvoelers legt of met cardioborstgordel traint .
1. Druk de toets „Test" in en leg daarna beide handen voor de
polsslagmeting tegen de voelers.
2. De computer gaat over naar de modus „STOP", in het midden van het
display wordt er een groot hartsymbool weergegeven en de automati-
sche meting „Ontspanningspolsslag" wordt geïntroduceerd.
3. De tijd, die op het display begint, wordt 0:60 aan achteruit geteld
4. In het veld E „Beoogde polsslag „ wordt de beginpolsslag in het begin
van de meting weergegeven. Daarbij wordt er op het gemiddelde van de
vier hoogste polsslagwaarden tijdens de laatste 20 seconden vóór het
indrukken van de toets „Fitness" beroep gedaan.
5. In het veld F „Polsslag" wordt de op het gegeven moment gemeten
polsslagwaarde weergegeven.
6. Na verloop van één minuut is de tijd terug naar 0:00 gegaan en
weerklinkt er een signaalgeluid. De motor keert terug. In het veld F
„Polsslag" wordt de eindpolsslag op het tijdstip 0:00 aangegeven. U
kunt nu uw handen van de polsslagvoelers verwijderen. Na een aantal
seconden verschijnt in het midden van het display uw fitnesscijfer van F
1,0 - F 6,0 (systeem met schoolcijfers).
7. Om verder te trainen, drukt u de START-toets M in.
45

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis