3. Verwijder de basiselektronica
aan het klepblok is bevestigd.
⑥
4. Draai de bout
in de aansluitruimte van de positieregelaar los.
5. Steek de steekverbinding van de bandkabel (A) op de insteeklocatie conform de volgende weergave.
Aanwijzing: Bij vroegere versies van de positieregelaar is nog geen insteeklocatie voor de bandkabel (A) aanwezig. Hier
bevestigt u de bandkabel met de meegeleverde kabelbinder aan de container.
6. Bevestig met de in de stap 3 losgedraaide bout
7. Monteer de basiselektronica
8. Steek de steekverbinding van de bandkabel
9. In een omgeving zonder explosiegevaar:
–
Plak het meegeleverde typeplaatje over het typeplaatje op het externe positiedetectiesysteem
–
Vervang de blauwe kabelschroefverbinding
Zie hoofdstuk 'Auto-Hotspot', positie 'Typeplaatje voor uitvoering zonder explosiebeveiliging' en 'kabelschroefverbinding
grijs'.
Meer informatie over het inbouwen van een optiemodule, zie bedieningshandleiding van de betreffende apparaatuitvoering
in hoofdstuk 'Inbouwen / aanbouwen > Inbouwen optiemodule'.
Procedure extern positiedetectiesysteem aansluiten
1. Verbind de drie klemmen van het externe positiedetectiesysteem
via een leiding, zoals weergegeven in de aansluitafbeelding.
2. Draai de kabelschroefverbindingen
SIPART PS2 (6DR5...)
A5E03436620-07, 10/2015
⑤
uit de positieregelaar. Draai daartoe de twee bouten los, waarmee de basiselektronica
⑥
de EMC-filtermodule.
⑤
weer in de positieregelaar.
④
van de EMC-filtermodule op de basiselektronica van de positieregelaar.
⑩
door de meegeleverde grijze kabelschroefverbinding.
⑩
⑫
en
vast.
⑨
met de drie klemmen van de EMC-filtermodule
⑧
.
①
313