Inhaltsverzeichnis
Werbung
nl
Bedieningspaneel
Afb. 2
1
Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2
Insteltoets voor de temperatuur
De temperatuur in de koelruimte
wordt met toets 2 ingesteld.
De toets een aantal keren indrukken
of ingedrukt houden.
Instelbaar van +3 °C tot +8 °C.
De ingestelde temperatuur wordt
op indicatie 4 aangegeven.
3
De indicaties cold+fresh"
en freezer" branden.
brandt als de hoofdschakelaar van het
apparaat wordt ingeschakeld.
4
Temperatuurindicatie
De ingestelde temperatuur in de
koelruimte wordt aangegeven.
70
Let op omgevings
temperatuur
en beluchting
De klimaatklasse staat aangegeven op het
typeplaatje. Hiermee wordt aangegeven
bij welke omgevingstemperatuur het
apparaat gebruikt kan worden. Het
typeplaatje bevindt zich links onder in de
koelruimte.
klimaatklasse
toelaatbare
omgevingstemperatuur
+10 °C tot 32 °C
SN
+16 °C tot 32 °C
N
+18 °C tot 38 °C
ST
+18 °C tot 43 °C
T
Attentie!
Bij omgevingstemperaturen lager dan
20 ºC en tijdens het supervriezen kan de
binnenverlichting bij een bijna gesloten
deur (of bij ingedrukte lichtschakelaar) met
verminderde kracht branden. Dit heeft te
maken met de koeltechniek. Niets aan de
hand!
Beluchting
De lucht aan de achterwand van het
apparaat wordt verwarmd. De verwarmde
lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de
koelmachine meer presteren waardoor
het energieverbruik toeneemt.
De be en ontluchtingsopeningen mogen
dan ook nooit worden afgedekt!
Werbung
Inhaltsverzeichnis
