Inbedrijfstelling; Aansluiting Van De Transportinstallatie - HUPFER SGR Betriebsanleitung

Hoofdstuk
4
Zijde
20
Als alle instellingen zijn uitgevoerd, kan de transportinstallatie in bedrijf worden genomen. Iedere
inbedrijstelling moet worden uitgevoerd in onbelaste toestand, d.w.z. zonder materiaal op de band. Alleen zo
kunnen oorzaken voor eventuele moeilijkheden bij het lopen worden geïdentificeerd.
4.3

Inbedrijfstelling

GEVAAR
Voordat de transportinstallatie wordt opgesteld, moeten de omstandigheden van de ruimte worden
gecontroleerd. Zwakke plekken kunnen zo vroeg genoeg worden herkend en verholpen. Voordat de
transportinstallatie wordt opgesteld, moeten de volgende punten in acht worden genomen:
§
De ondergrond van de ruimte waar de transportinstallatie wordt opgezet moet vlak zijn en een
draagvermogen van 196 N/m² (20 kg/m²) hebben.
§
Met het oog op een vochtwerende laag wordt aanbevolen de installatie niet vast te schroeven op de
bodem.
§
Conform de afspraak moeten er aansluitmogelijkheden voor de elektrische aansluiting aanwezig zijn.
Om de veiligheid van het bediengingspersoneel te garanderen, moet de exploitant van de transportinstallatie
vooraf verdergaande maatregelen treffen:
§
Toepassingsgebied vastleggen en dienovereenkomstige veiligheidsinstructies opstellen.
§
Het bedieningspersoneel bijscholen m.b.t. de veiligheidsinstructies.
§
Het bedieningspersoneel bijscholen.
§
De gevarenzone aangeven.
4.3.1

Aansluiting van de transportinstallatie

Bij de aansluiting van de transportinstallatie moet rekening worden gehouden met de volgende punten:
§
Laat de stroomtoevoer deskundig installeren en laat de transportinstallatie aarden.
§
Bescherm de stroomtoevoer van de transportinstallatie tegen vocht.
§
Voorkom ongewild starten aan de zijde van de besturing.
In sommige landen wijken de technische gegevens van het elektriciteitsnet af van de aangegeven gegevens.
De aansluitgegevens van de transportinstallatie moeten daarom worden vergeleken met de plaatselijke
gegevens van het elektriciteitsnet. De elektrische aansluitingen ter plaatse moeten worden vergeleken met
de gegevens op het typeplaatje.
Ga bij het aansluiten van de transportinstallatie als volgt te werk:
§
Sluit de aansluitkabel aan op de verdeling van de transportinstallatie.
§
Sluit de krachtstroommotor zo aan dat deze de juiste draairichting heeft.
Elektrische aansluitingen SPV/SGR
Besturing en
stroomverdeling
Aantal 230 V-wcd's
Elektrische
Transportinstallatie band
SGR | SPV
Gevaar door elektrische spanning
Elektrische spanning kan lijf en leven van personen ernstig bedreigen en tot
letsel leiden.
Werkzaamheden aan elektrische installaties of brandstoffen mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door elektriciens of geschoold vakpersoneel onder leiding
en opzicht van een elektricien. Bovendien moet de regelgeving op
elektrotechnisch gebied in acht worden genomen.
Haal de spanning van elementen die onder spanning staan voordat u
werkzaamheden aan deze elementen uitvoert. Laat u assisteren door een
tweede persoon die in geval van nood de noodstop-knop kan bedienen.
SGR SPV-koud
- 0
230V~, N/PE 230V~, N/PE
Transport, montage, inbedrijfstelling en stopzetting
SPV-I SPV-II
8 12
400V 3~, N/PE 400V 3~, N/PE
Inbedrijfstelling
SPV-III
18
400V 3~, N/PE
4330053_A5