Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Installatie Voorbereiden; Opstelling Van De Pomp Alleen (Variant B, Wilo-Varantcode) - Wilo -Atmos GIGA-N Einbau- Und Betriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
nl
6.3

Installatie voorbereiden

6.4
Opstelling van de pomp alleen
(variant B, Wilo-varantcode)
6.4.1
Keuze van de motor
6.4.2
Keuze van de koppeling
248
Installatie en elektrische aansluiting
▪ Stel de beschermingsuitrusting ter beschikking en zorg ervoor dat deze door het perso-
neel wordt gedragen.
▪ Voorkom drukstoten!
In lange persleidingen kunnen drukstoten optreden. Deze drukstoten kunnen de pomp
onherstelbaar beschadigen!
▪ De bouwkundige constructie en/of de fundamenten moeten voldoende sterk zijn voor
een veilige en functionele bevestiging. De eindgebruiker is verantwoordelijk voor het
ter beschikking stellen van een geschikte bouwkundige constructie!
▪ Controleer de beschikbare tekeningen (installatieschema's, uitvoering van de bedrijfs-
ruimte, toevoerverhoudingen) op volledigheid en juistheid.
WAARSCHUWING
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade door ondeskundige
hantering!
• Zet het pompaggregaat nooit op losse of niet dragende oppervlakken.
• Voer de installatie pas uit, nadat alle las- en soldeerwerkzaamheden zijn beëin-
digd.
• Spoel indien nodig, het leidingsysteem door. Vuil kan de werking van de pomp
beperken.
▪ Installeer de pomp (in standaarduitvoering) beschermd tegen weersinvloeden en in een
vorst-/stofvrije, goed geventileerde en niet-explosieve omgeving.
▪ Monteer de pomp op een goed toegankelijke plaats. Dit maakt een latere controle, on-
derhoud (bijv. vervangen van de mechanische afdichting) of vervanging mogelijk.
▪ Boven de plaats van opstelling van grote pompen moet een loopkraan of een inrichting
voor het aanbrengen van een hijswerktuig worden geïnstalleerd.
Bij de installatie van een pomp alleen dienen de vereiste componenten koppeling, kop-
pelingsbeveiliging en grondplaat van de pompfabrikant te worden gebruikt. In ieder ge-
val moeten alle onderdelen voldoen aan de CE-voorschriften. De koppelingsbeveiliging
dient compatibel te zijn met EN 953.
Selecteer een motor met voldoende vermogen.
Asvermogen
< 4 kW
Grenswaarde P
25 %
2
voor de motor
Tab. 4: Motor-/asvermogen
Voorbeeld:
▪ Bedrijfspunt water: Q = 100 m3/h; H = 35 m
▪ Rendement: 78 %
▪ Hydraulisch vermogen: 12,5 kW
▪ Voorzie het fundament en de grondplaat van een betimmering.
De vereiste grenswaarde voor dit bedrijfspunt ligt bij 12,5 kW x 1,15 = 14,3 kW. Een
motor met een vermogen van 15 kW zou de juiste keuze zijn.
Wilo adviseert het gebruik van een motor B3 (IM1001) met voetmontage die compati-
bel is met IEC34-1.
▪ Voor de totstandbrenging van de verbinding tussen pomp met lagerstoel en motor een
flexibele koppeling gebruiken.
▪ Selecteer de koppelingsgrootte overeenkomstig de aanbevelingen van de fabrikant van
de koppeling.
▪ Houd de aanwijzingen van de fabrikant van de koppeling aan.
4 kW < P
<
10 kW < P
2
2
10 kW
40 kW
20 %
15 %
<
40 kW < P
2
10 %
WILO SE 2019-04

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis