Monteren; Vereisten Voor Het Personeel; Veiligheid Bij Het Monteren; Installatie Voorbereiden - Wilo Yonos MAXO Einbau- Und Betriebsanleitung

ƒ
Beschermen tegen vocht en mechanische belastingen.
ƒ
Toegestaan temperatuurbereik: -20 °C tot +70 °C
ƒ
Relatieve luchtvochtigheid: maximaal 95 %
ƒ
Pomp na gebruik (bijv. een functietest) zorgvuldig drogen en
maximaal 6 maanden opslaan.
Tapwater-circulatiepompen:
ƒ
Na uit de verpakking nemen van het product vervuiling of be-
smetting vermijden.
5

Monteren

5.1

Vereisten voor het personeel

Installatie uitsluitend door gekwalificeerde specialist laten uitvoe-
ren.
5.2

Veiligheid bij het monteren

WAARSCHUWING
Hete vloeistoffen!
Hete vloeistoffen kunnen brandwonden veroorzaken.
Houd voorafgaand aan de installatie of demontage
van de pomp of het losdraaien van de schroeven van
de behuizing rekening met het volgende:
1. Afsluitarmaturen sluiten of systeem leegmaken.
2. Systeem volledig laten afkoelen.
3. Geschikte beschermingsmiddelen (bijv. handschoenen) dragen!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Yonos MAXO /-D/-Z
All manuals and user guides at all-guides.com
4. Pomp/motor indien nodig met geschikte hijswerktuigen bevei-
ligen tegen naar beneden vallen!
5.3

Installatie voorbereiden

1. Indien de pomp in de aanvoer van open installaties wordt ge-
monteerd, de veiligheidsaanvoer vóór de pomp aftakken
(EN 12828).
2. Alle las- en soldeerwerkzaamheden afsluiten.
3. Installatie spoelen.
4. Afsluitarmaturen voor en achter de pomp installeren. De boven
de pomp liggende afsluitarmatuur zijdelings uitlijnen, zodat
lekkagewater niet op de regelmodule druppelt.
5. Zorg ervoor dat de pomp vrij van mechanische spanningen kan
worden gemonteerd.
6. 10 cm afstand om de regelmodule aan te brengen, zodat deze
niet oververhit raakt.
7. Toegestane inbouwposities in acht nemen ➜ Fig. 5
LET OP
Bij buitenopstelling de uitgebreide handleiding op in-
ternet in acht nemen ➜ Zie QR-code
5.4

Uitlijnen

Afhankelijk van de inbouwpositie moet de motorkop worden uitge-
lijnd.
1. Toegestane inbouwposities controleren ➜ Fig. 5
2. Motorkop losmaken en voorzichtig draaien ➜ Fig. 6
Niet uit het pomphuis halen.
nl
47