Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 43
NL

5.6 TRANSMISSIE, OLIE

(RESIDENCE)
De olie in de hydraulische krachtoverbrenging
moeten regelmatig worden gecontroleerd/aange-
past of vervangen zoals aangegeven in onderstaan-
de tabel.
1e keer Vervolgens met
Actie
Niveau controleren -
aanpassen.
Olie verversen.
Type olie: Synthetische olie 5W-50.
Hoeveelheid olie bij verversen: ongeveer 3,5 liter.
5.6.1 Controle - aanpassen
1. Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2. Lees het oliepeil af op het reservoir. Zie afb.
17:P. Het oliepeil moet tot de lijn komen.
3. Vul indien nodig olie bij.
5.6.2 Aftappen
1. Laat de machine gedurende 10-20 minuten op
verschillende snelheden lopen om de transmis-
sieolie op te warmen.
2. Plaats de machine volledig horizontaal.
3. Demonteer beide ontkoppelingshefbomen zoals
aangegeven in afb. 7:A, B.
4. Plaats één opvangbak onder de achteras en één
onder de vooras.
5. Open het oliereservoir door de kap te verwijde-
ren.
Gebruik uitsluitend een 3/8" dopsleutel
voor de olieaftapplug. Het gebruik van
ander gereedschap beschadigt de plug.
6. Verwijder de olieaftapplug van de achteras.
Reinig de opening en gebruik een 3/8" dopsleu-
tel. Zie afbeelding 19.
7. Verwijder 2 aftappluggen uit de vooras. Ge-
bruik hiervoor een 12 mm sleutel. Laat de olie
uit de vooras en de leidingen lopen. Zie afb. 20.
8. Controleer of de pakkingen op de 4 aftapplug-
gen van de vooras intact zijn. Zie afb. 20. Plaats
de pluggen terug. Aanhaalmoment: 15-17 Nm.
De olieaftapplug wordt beschadigd als
hij vaster dan 5 Nm wordt aangedraaid.
9. Controleer of de pakking op de olieaftapplug
van de achteras intact is. Zie afb. 19:V. Plaats
het in de achteras. Draai de olieaftapplug aan tot
5 Nm.
10.Trek de olie uit het onderste deel van het reser-
voir met behulp van een olieafscheider. Zie afb.
21.
11.Voer de olie volgens lokale voorschriften af.
80
NEDERLANDS
tussenpozen van
Werkuren
-
50
5
200
5.6.3 Vullen
De motor mag nooit draaien als de ach-
terste koppelingshendel naar binnen is
geduwd en de voorste koppelingshendel
uitgetrokken is. Dit beschadigt de as-
borging.
1. Vul het oliereservoir met de nieuwe olie.
Als de motor binnen moet draaien,
dient u ervoor te zorgen dat uitlaatgas-
sen kunnen worden afgevoerd.
2. Controleer of de koppelingshendel van de ach-
teras uitgetrokken is.
3. Start de motor. Als de motor is gestart, schuift
de koppelingshendel van de vooras automatisch
naar binnen.
4. Trek de koppelingshendel van de vooras naar
buiten.
LET OP! De olie wordt zeer snel het systeem
ingezogen. Zorg dat het reservoir altijd vol
is. Zorg dat er geen lucht wordt ingezogen.
5. Zet het gaspedaal in de voorste stand door het te
blokkeren met een houten wig. Zie afb. 22. Vul
het oliereservoir handmatig met nieuwe olie.
6. Laat de motor een minuut in de stand vooruit
draaien.
7. Verwijder de houten wig en zet het gaspedaal in
de stand achteruit. Ga door met het bijvullen
van de olie.
8. Laat de motor een minuut in de stand achteruit
draaien.
9. Verander de rijrichting elke minuut, zoals hier-
boven is aangegeven, en ga door met het bijvul-
len van de olie tot het borrelen in het reservoir
stopt.
10.Zet de motor uit, plaats het kapje van het oliere-
servoir en sluit de motorkap.
11.Maak een proefritje van enkele minuten en pas
zonodig het olieniveau aan.
5.7 RIEMTRANSMISSIES
Controleer na 5 werkuren of alle riemen intact en
onbeschadigd zijn.
5.8 BESTURING
De besturing moet na 5 werkuren worden gecon-
troleerd/afgesteld en vervolgens na elke 100 wer-
kuren.
5.8.1 Controles
Draai het stuur kort heen en weer. Er mag geen
speling in de stuurkettingen zitten.
5.8.2 Afstelling
Stel indien nodig de stuurkettingen als volgt af:
1. Zet de machine in de 'recht vooruit'-stand.
2. Stel de stuurkettingen af met de twee moeren
onder het middelpunt. Zie afb. 23.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis