inhealth Blom-Singer Gebrauchsanweisung Seite 54

3. Houd het inbrenginstrument vast aan het uiteinde zoals in
afbeelding 4 en breng de bovenkant van de insteekstop in
lijn met de stemprothese en breng deze gedeeltelijk in. Houd
daarbij het halsbandje naar boven gericht (afbeelding 5)
4. Plaats de insteekstop zorgvuldig en voorzichtig, totdat
deze volledig is ingebracht en op gelijke hoogte ligt met de
stemprothese (afbeelding 6).
Plaats de insteekstop nooit met kracht in de stemprothese.
Voorzichtig: Als het hulpmiddel bij de eerste poging niet
gemakkelijk kan worden ingebracht, moet u niet blijven proberen
het in te brengen. Als u bij herhaling moeite ondervindt bij het
gebruik van de insteekstop, neem dan zo snel mogelijk contact
op met uw arts/clinicus.
Voorzichtig: Gebruik de insteekstop niet in combinatie met
een stemprothese van 4 mm. Vanwege de kortere lengte van de
schacht van de stemprothese past de insteekstop niet volledig in
een stemprothese van 4 mm. Hierdoor kan de stemprothese in de
oesofagus worden geduwd.
5. Nadat u hebt gecontroleerd of de insteekstop goed op
zijn plaats vastzit en volledig is ingebracht, moet u het
inbrenginstrument voorzichtig verwijderen.
6. Houd het inbrenginstrument en het halsbandje samen stevig
vast in één hand. Til het halsbandje voorzichtig omhoog
van de veiligheidspen op het inbrenginstrument. Houd het
halsbandje tegen de hals aan terwijl u het inbrenginstrument
langzaam en voorzichtig draaiend terugtrekt (afbeelding 7).
Waarschuwing: Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen
van het inbrenginstrument om te voorkomen dat de
insteekstop onbedoeld verschuift, waardoor het hulpmiddel
of de stemprothese kan worden geaspireerd (geïnhaleerd).
Als aspiratie optreedt, probeer dan het hulpmiddel en/of de
stemprothese uit de luchtpijp op te hoesten. Als dit niet lukt, zoek
dan onmiddellijk medische hulp.
7. Breng een hypo-allergene, medische zelfklevende tape aan
over het halsbandje zoals in afbeelding 8 om verplaatsing van
het bandje te voorkomen.
54 | 37582-01G