Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Stiga PARK FARMER Gebrauchsanweisung Seite 69

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 37
Vul de brandstof nooit binnenin huis bij
en rook niet tijdens het bijtanken. Vul
de tank voordat u de motor start.
Verwijder nooit de brandstofdop en vul
de machine nooit met brandstof
wanneer de motor loopt of nog warm is.
Vul de tank nooit helemaal tot de rand. Laat een
zekere ruimte (ten minste de gehele vulbuis) leeg
zodat de benzine, wanneer deze warm wordt, kan
uitzetten zonder over te lopen.
6.2 Oliepeil van de motor
controleren
Controleer voor elk gebruik of het oliepeil
correct is. De machine moet op een vlakke
ondergrond staan.
Zorg dat de omgeving rond de oliepeilstok
schoon is. Draai de oliepeilstok los en trek
hem omhoog. Veeg de oliepeilstok af.
Schuif deze volledig naar beneden en trek
hem omhoog. Lees het oliepeil af. Maak
de oliedop los en vul bij met olie, SAE
10W-40, API CD of beter, tot aan de
aanduiding "MAX", als het oliepeil onder
deze aanduiding staat (afb. 14, 18).
6.3 Oliepeil van de transmissie
controleren
Controleer voor elk gebruik of het oliepeil
correct is. De machine moet op een vlakke
ondergrond staan.
Lees het oliepeil af op het reservoir (afb. 15). Het
peil moet tussen "MAX" en "MIN" liggen. Vul
indien nodig olie bij. Gebruik olie SAE 10W-40
(20W-50).
6.4 Luchtinlaat controleren
Voordat u de machine start, moet u controleren of
de ruimte voor de verbrandingslucht en de
koellucht niet vuil is (afb. 16). Maak deze ruimte
indien nodig schoon. Neem contact op met de
dichtstbijzijnde erkende Hatz-werkplaats.
6.5 Veiligheidscontrole
Controleer of de machine voldoet aan de onder-
staande veiligheidscontrole.
De veiligheidscontrole moet voor ieder
gebruik worden uitgevoerd.
NEDERLANDS
Als een van de onderdelen niet door de
test komt, moet u de machine niet ge-
bruiken! Breng de machine voor repa-
ratie naar een servicewerkplaats!
6.5.1 Algemene veiligheidscontrole
Onderdeel
Brandstofslangen
en aansluitingen.
Elektrische kabels. Isolatie is intact.
Uitlaatsysteem.
Olieleidingen
Rijd de machine
voor- en achteruit
en laat het pedaal
van de bedrijfsrem
omhoog komen.
Testrit
6.5.2 Elektrische veiligheidscontrole
Controleer voor elk gebruik of het be-
veiligingssysteem werkt.
Status
Het koppelings-/
rempedaal is niet
ingetrapt.
De krachtafnemer
is niet ingescha-
keld.
Het koppelings-/
rempedaal is inge-
trapt.
De krachtafnemer
is ingeschakeld.
Lopende motor. De
krachtafnemer is
ingeschakeld.
6.6 Motor starten
1. Controleer of de kabels van de accu op de juiste
manier zijn verbonden.
2. Houd uw voet niet op het aandrijfpedaal.
3. Zet de gashendel op vol gas.
4. Trap het rempedaal volledig in.
NL
Resultaat
Geen lekkages.
Geen mechanische schade.
Geen lekkages bij aansluitin-
gen.
Alle schroeven zijn vastge-
draaid.
Geen lekkages. Geen schade.
De machine stopt dan.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormale geluiden.
Handeling
Resultaat
Probeer te starten. De motor
start niet.
De bestuurder gaat
De motor
staan.
start niet.
De bestuurder gaat
De krachtaf-
staan.
nemer wordt
uitgescha-
keld.
69

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis