Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Het Gebruik; Onderhoud En Opslag - GGP ITALY SD98 Gebrauchsanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für SD98:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

2) Controleer grondig het gehele werkterrein en
verwijder alles wat door de machine kan worden
uitgestoten.
3) GEVAAR! Benzine is bijzonder brandbaar:
– bewaar de brandstof in speciale tanks;
– giet de brandstof alleen in de open lucht in de tank
met behulp van een trechter en rook niet tijdens
het vullen;
– giet de brandstof in de tank vóórdat de motor aan-
gezet wordt; geen benzine toevoegen of de dop
van de benzinetank eraf draaien terwijl de motor
aanstaat of warm is;
– als er benzine gelekt is mag de motor niet gestart
worden maar dient de machine uit de buurt van
de plek waar de benzine gelekt heeft te worden
gebracht en moet er voorkomen worden dat er
brand ontstaat. Wacht totdat de benzinedampen
opgelost zijn;
– draai de doppen altijd weer goed op de benzine-
tank en op het benzineblik.
4) Vervang de geluiddempers als deze defect zijn
5) Vóór het gebruik dient er een algemene controle
verricht te worden op slijtage of beschadiging van
de messen, de bouten en de snijgroep. Vervang de
beschadigde of versleten messen en bouten en bloc
om ervoor te zorgen dat het maaidek in balans blijft.
6) Let op dat als er één mes ronddraait ook het an-
dere mes ronddraait.
C) HET GEBRUIK
1) Start de motor niet in gesloten ruimten waar zich
gevaarlijke koolstofmonoxyde kan ontwikkelen.
2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
3) Vóór het starten van de motor start dienen de
messen te worden losgekoppeld en de versnelling in
de vrije stand gezet te worden.
4) Maai geen gazons die een helling van meer dan
10° (17%) hebben.
5) Denk eraan dat er geen "veilige" hellingen be-
staan. Let bijzonder goed op bij hellingen. Om het
over de kop slaan met de machine te voorkomen,
adviseren wij om:
– niet plotseling te stoppen of weg te rijden bij het
op- of afrijden van een helling;
– de koppeling altijd langzaam aan in te schakelen
en altijd de versnelling ingeschakeld te houden,
vooral bij het afrijden van een helling;
– de snelheid op hellingen en in smalle bochten laag
te houden;
– goed op bobbels, goten en verborgen gevaren te
letten;
– het gazon in geen geval te maaien in de dwarsrich-
ting ten opzichte van de helling.
6) Let op bij het trekken van lasten of zware gereed-
schappen:
– gebruik voor de trekstangen alleen de goedge-
keurde bevestigingspunten;
– leg alleen gemakkelijk controleerbare lasten op;
– neem geen scherpe bochten; Let op bij het achter-
uit rijden;
– gebruik tegengewichten of gewichten op de wielen
wanneer dit wordt aangeraden in de gebruiksaan-
wijzing.
NL
4
7) Ontkoppel de messen bij gedeelten waar zich
geen gras bevindt.
8) Gebruik de machine nooit als de beveiligingen
beschadigd zijn, of als de veiligheidssystemen er niet
op bevestigd zijn.
9) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het
toerental van de motor niet buitengewoon hoog oplo-
pen. Het gebruik van de motor met een buitensporig
hoge snelheid verhoogt de kans op persoonlijk letsel.
10) óórdat de bestuurdersstoel verlaten wordt moet
het volgende worden uitgevoerd:
– koppel de messen los en zet het maaidek in de
laagste stand;
– zet de versnelling in de vrije stand en trek de hand-
rem aan;
– schakel de motor uit en neem de contactsleutel
eruit.
11) Koppel de messen los, schakel de motor uit en
neem de contactsleutel eruit:
– vóórdat u de machine controleert, schoonmaakt of
eraan werkt;
– nadat er op een vreemd voorwerp gestoten is.
Controleer de machine op eventuele beschadi-
gingen en voer de nodige reparaties uit alvorens
de motor aan te zetten en de machine opnieuw te
gebruiken;
– als de machine op een ongebruikelijke manier be-
gint te trillen (probeer onmiddellijk de oorzaak van
het trillen te vinden).
12) Koppel de messen tijdens het vervoer los en doe
dit elke keer dat deze niet worden gebruikt.
13) Schakel de motor uit en koppel de messen los:
– alvorens brandstof bij te vullen;
14) Neem gas terug alvorens de motor uit te schake-
len en als de motor voorzien is van een kraan dient
de brandstoftoevoer na het werk dichtgedraaid te
worden.
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
1) Laat bouten en schroeven vastgedraaid zitten om
er zeker van te zijn dat de machine altijd op een vei-
lige manier gebruiksklaar is.
2) Zet de machine niet met benzine in de tank in een
ruimte waar de benzinedampen met vlammen of von-
ken in aanraking zouden kunnen komen.
3) Laat de motor eerst afkoelen vóór het opbergen
van de machine in elke willekeurige ruimte.
4) Om brandgevaar zoveel mogelijk te beperken
dienen de motor, de geluiddemper van de uitlaat, de
accubak en de benzinetank vrij gehouden te worden
van gras, bladeren of teveel vet.
5) Uit veiligheidsoverwegingen moeten beschadigde
of versleten onderdelen verwisseld worden.
6) Het legen van de tank dient in de open lucht uitge-
voerd te worden.
7) Let op dat als er één mes ronddraait ook het an-
dere mes ronddraait
8) Als de machine opgeborgen of onbeheerd ach-
tergelaten moet worden, dient het maaidek omlaag
gezet te worden.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis