Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Veiligheidsvoorschriften; Voor Het Gebruik; Tijdens Het Gebruik; Onderhoud En Opslag - GGP ITALY D 310 Gebrauchsanweisung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 18
NL

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

VÓÓR HET GEBRUIK AANDACHTIG DOORLEZEN
LET OP! De veiligheidsvoorschriften moeten nageleefd wor-
den tijdens het gebruik van de machine. Voor uw eigen veilig-
heid en die van de anderen, gelieve deze gebruiksaanwijzin-
gen te lezen vooraleer de machine te gebruiken. Bewaar ze
voor latere raadplegingen.
A) VOORBEREIDING
1) Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zorg dat u ver-
trouwd raakt met de bedieningsknoppen en u in staat bent de
grasmaaier op de juiste wijze te gebruiken. Leer hoe u de motor
snel kunt uitschakelen.
2) Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waarvoor hij is
bestemd, dat wil zeggen voor het maaien van gras. Ieder doel
waarvoor de grasmaaier wordt gebruikt en dat niet in de gebruiks-
aanwijzingen wordt vermeld, kan gevaarlijk zijn en schade toe-
brengen aan personen en/of voorwerpen.
3) Denk eraan dat de gebruiker van de grasmaaier aansprakelijk is
voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of
hun eigendommen kunnen overkomen.
B) VOOR HET GEBRUIK
1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een
lange broek te dragen. Gebruik de grasmaaier niet met blote
voeten of met open sandalen.
2) Draag altijd een veiligheidsbril.
3) Laat kinderen of personen die deze gebruiksaanwijzing niet
gelezen hebben de grasmaaier niet gebruiken. De leeftijd van de
gebruiker kan landelijk gereglementeerd zijn.
4) Gebruik de grasmaaier in geen geval:
– als er personen, met name kinderen of dieren in de buurt zijn;
– als u onder invloed van medicijnen of alcohol e.d. bent omdat
deze uw reactievermogen kunnen verminderen.
5) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en ver-
wijder alles wat de machine zou kunnen beschadigen (zoals ste-
nen, takken, ijzerdraad, botten e.d.).
6) Vóór het gebruik dient u de grasmachine helemaal te controle-
ren, met name de toestand van de snij-inrichtingen. Controleer of
de de schroeven en de snijgroep niet versleten of beschadigd zijn.
7) OPGELET: GEVAAR! Zorg dat vocht en stroom niet met
elkaar in aanraking komen:
– u dient de elektrische snoeren met droge handen vast te pak-
ken en aan te sluiten;
– leg een elektrische stekker of een elektrisch snoer nooit op een
natte plek (in een plas water of op nat gras);
– de elektrische snoeren en de stekkers moeten waterdicht zijn.
Gebruik enkel verlengsnoeren waarvan de stekker volkomen
waterdicht en goedgekeurd is, die normaal in de handel verkrijg-
baar zijn.
– Het apparaat wordt gevoed met een differentiaalschakelaar
(RCD – Residual Current Device) met een ontzekeringsstroom van
max. 30 mA.
8) De voedingskabels mogen niet van inferieure kwaliteit zijn,
d.w.z. niet minder dan het type H05RN-F of H05VV-F, met een
minimale doorsnede van 1,5 mm2 en een maximaal aangewezen
lengte van 25 m.
9) Vóórdat u de machine aanzet dient u de kabel aan de haak te
koppelen.
10) De permanente aansluiting van een elektrisch apparaat op het
elektriciteitsnet in het gebouw dient door een vakbekwaam elec-
tricien gedaan worden, die daarbij de van toepassing zijnde veilig-
heidsvoorschriften dient na te leven. Indien het apparaat niet goed
aangesloten wordt kan dit ernstige letsels veroorzaken en zelfs de
dood tot gevolg hebben.
C) TIJDENS HET GEBRUIK
1) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
2) Het gras niet maaien als het gras nat is of als het regent.
3) Met de grasmaaier nooit over het elektrische snoer heen rij-
den.
20
Tijdens het maaien dient u er altijd voor te zorgen dat het snoer
achter de grasmaaier sleept en steeds aan de kant waar het gras
reeds gemaaid is. De haak vor de kabel gebruiken zoals aangege-
ven in bijgaande gebruiksaanwijzing om te vermijden dat het snoer
per ongeluk losschiet. Eveneens controleren of de trekontlasting
goed gemonteerd is zonder het stopcontact te forceren.
4) De grasmaaier nooit verplaatsen door aan het elektrische snoer
te trekken en nooit aan het snoer trekken om het snoer uit het
stopcontact te halen.
Het snoer niet in aanraking met warmtebronnen, olie, oplosmidde-
len of scherpe voorwerpen brengen.
5) Controleer op een glooiend terrein altijd of u voldoende steun-
punten hebt.
6) Ren nooit, maar loop gewoon.
7) Pas goed op als u op een helling van richting verandert.
8) Als de grasmaaier om vervoersredenen schuin gehouden moet
worden, of als u de grasmaaier over een terrein verplaatst waar
geen gras ligt, of als de grasmaaier van of naar het te maaien ter-
rein verplaatst dient u de motor af te zetten.
9) Gebruik de machine nooit als de beveiligingen beschadigd of
niet gemonteerd zijn.
10) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en houd
uw voeten uit de buurt van de snij-inrichtingen.
11) De grasmaaier niet overhellen om de motor aan te zetten, ten-
zij dit niet anders kan. In dergelijk geval wordt alleen het deel
opgetild dat zich het verst van de gebruiker bevindt. Zorg ervoor
dat beide handen zich in de werkingspositie bevinden, alvorens de
grasmaaier te laten zakken.
12) Houd de handen en voeten altijd ver van de snij-inrichtingen,
vooral wanneer de motor gestart wordt.
13) Til de grasmaaier niet op of vervoer de grasmaaier niet terwijl
de motor draait.
14) De motor afzetten en het elektrisch snoer loskoppelen:
– vóór elke handeling onder het maaidek;
– nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent, controleer of
de grasmaaier beschadigd is en voer de nodige reparaties uit
vóórdat u de maaier opnieuw gebruikt;
– als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint te trillen,
probeert u onmiddellijk de oorzaak van het trillen te achterhalen en
te verhelpen.
– iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat;
– tijdens het verplaatsen van de grasmaaier.
15) Schakel de motor uit:
– vóórdat u de maaihoogte afstelt.
16) Tijdens het maaien dient u altijd een veiligheidsafstand van de
roterende snij-inrichtingen in acht te nemen, afhankelijk van de
lengte van de handgreep.
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
1) Na het gebruik, het voedingssnoer loskoppelen en controleren
of er geen onderdelen beschadigd zijn.
2) Koppel het voedingssnoer los na elke controlebeurt, reini-
ging of ingreep aan de machine, en telkens wanneer de
machine niet gebruikt wordt.
3) Wanneer de machine niet gebruikt wordt, buiten het bereik van
kinderen zetten.
4) Om het gevaar van brand tot een minimum te beperken, dient u
restanten gras, bladeren of te veel vet van de grasmaaier en met
name de motor, te verwijderen. Geen bakken met gemaaid gras in
een afgesloten ruimte laten staan.
5) De elektrische snoeren regelmatig controleren en als de
snoeren niet meer in goede staat verkeren of als de isolatie
beschadigd is dient u de snoeren te vervangen. Pak een elek-
trisch snoer dat onder stroom staat nooit vast als het snoer niet
goed geïsoleerd is. Het snoer eerst uit het stopcontact halen vóór-
dat u welke handeling dan ook wilt verrichten.
6) Gebruik geen wisselonderdelen en accessoires die niet geleverd
of aanbevolen worden door de fabrikant.
7) Gebruik geen scherpe voorwerpen van metaal.
8) De machine wordt uitsluitend gerepareerd door vakbekwaam
personeel.
9) Nadat de snij-inrichtingen vervangen werden, de machine altijd
in de werkpositie zetten alvorens de motor te starten.
10) Trek werkhandschoenen aan als de snij-inrichtingen
demonteert en opnieuw monteert.
11) Gebruik de machine, uit veiligheidsoverwegingen, nooit
met een versleten of een beschadigd snoer of met onderdelen
die versleten of beschadigd zijn. De onderdelen moeten ver-
nieuwd en niet gerepareerd worden.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis