Mogelijke Fouten; Mogelijke Oorzaak - lidl 284749 Gebrauchsanweisung

Mogelijke fouten

Hierna worden mogelijke fouten, de oorzaken en de oplossing daarvan opgesomd.
Fout

Mogelijke oorzaak

Afstandsbediening Afstandsbediening (2) is
(2) reageert niet. uitgeschakeld.
Batterijen (5) verkeerd
ingelegd.
Batterijen (5) zijn leeg.
Quadrocopter (1) Batterijen (5) in de
reageert niet. afstandsbediening (2) zijn
verkeerd ingelegd of leeg.
Accu (9) in de
quadrocopter (1) is leeg.
Controlelampjes (1h)
knipperen resp. branden
niet.
Quadrocopter (1) buiten
reikwijdte.
Quadrocopter Te felle wind of luchtstroom. De quadrocopter (1) is alleen geschikt voor een
(1) is niet te
controleren.
Quadrocopter (1) moet
gekalibreerd worden.
Quadrocopter (1) Niet genoeg gas.
vliegt niet naar
Accu (9) is leeg.
boven.
Rotorbescherming Botsing, crash
(1c) zit niet vast.
Oplossing
Afstandsbediening (2) inschakelen.
Batterijen (5) correct inleggen.
Batterijen (5) vervangen.
Batterijen (5) controleren en eventueel vervangen.
Accu (9) laden.
Accu-steekverbinding (9a) met quadrocopter-
steekverbinding verbinden.
Vergewis u ervan dat de afstand tussen
afstandsbediening (2) en quadrocopter (1) niet
meer dan maximaal 50 m bedraagt.
nagenoeg windstille omgeving tot windkracht 3.
Zet de ingeschakelde quadrocopter (1) op
een horizontaal, vlak oppervlak. Schuif aan de
ingeschakelde afstandsbediening (2) gelijktijdig
de gashendel (2e) naar achteren links en de
stuurknuppel (2f) naar achteren rechts.
De controlelampjes (1h) van de quadrocopter
(1) flitsen ca. 3 seconden lang aan. Zodra de
controlelampjes (1h) continu verlicht zijn, is het
kalibreren beëindigd en de quadrocopter (1)
klaar om te vliegen.
BELANGRIJK: Herhaal het kalibreren als
de quadrocopter (1) nog altijd ongecontro-
leerd in één richting vliegt.
Schuif de gashendel (2e) helemaal naar voren.
Accu (9) laden.
Indien een rotorbescherming (1c) loskomt, draait
u de bevestigingsschroeven weer aan en contro-
leert u de werking en de correcte zitting van de
rotorbescherming (1c).
63
NL/BE