Snelheid Instellen (Afb. O) - lidl 284749 Gebrauchsanweisung

• Voor- / achterwaarts bewegen (Nick)
(afb. M)
Doordat u de rechter stuurknuppel (2f) naar
voren of naar achteren beweegt, vliegt de
quadrocopter (1) naar voren of naar achter.
Hoe verder u de stuurknuppel (2f) in de ove-
reenkomstige richting bestuurt, hoe sneller de
quadrocopter (1) vliegt.
• Links / Rechts zweven (Roll) (afb. N)
Wilt u een beweging naar rechts of links uit-
voeren zonder de quadrocopter (1) te draaien,
m.a.w. zijdelings zweven, dan beweegt u de
rechter stuurknuppel (2f) naar links of rechts.
Hoe verder u de stuurknuppel (2f) bestuurt, hoe
sneller de zijwaartse beweging plaatsvindt.
• Draaien (Gier-Trimming) (afb. Q)
Indien de quadrocopter (1) rond de eigen
as draait, zonder dat u de stuurknuppel (2f)
beweegt, kunt u dit met de Gier- Trimming
corrigeren. Draait de quadrocopter (1) in de
richting van de wijzers van de klok, drukt u de
Gier – trimtoets naar links (2j). Draait hij tegen
de richting van de wijzers van de klok in, dan
drukt u de trimtoets naar rechts (2h). U countert
zo de ongewilde Gier – beweging met een
Trimming in de tegenovergestelde richting.
• Richting (Roll- en Nick-Trimming)
(afb. R)
Indien er een voor- of achterwaartse beweging
plaatsvindt, hoewel u de stuurknuppel (2f)
helemaal niet gebruikt, kunt u dit met de Nick
– Trimming corrigeren. Vliegt de quadrocopter
(1) naar voren, dan drukt u de Nick - trimtoets
(2n) naar achter en omgekeerd (2l). Met de
triminstelling gaat u in tegen de ongewenste
beweging. Indien de quadrocopter (1) zelfstan-
dig zijwaarts beweegt, kunt u dit met de Roll
– Trimming corrigeren. Zweeft de quadro-
copter (1) zijwaarts naar links, dan drukt u de
trimtoets (2m) naar rechts en omgekeerd (2o).
U gaat dus in tegen de ongewenste beweging.
• Automatische terugkeer naar de piloot
(afb. S)
Druk op de toets (2i) wanneer de quadro-
copter de afgelegde afstand moet terugvlie-
gen.
BELANGRIJK: Neem in acht dat door
draaiingen van de quadrocopter de terug-
weg kan afwijken.
• Licht (afb. T)
Toets (2k) indrukken om het licht respectievelijk
in of uit te schakelen.
• Non-head modus
Hierbij gaat het om een hulpmiddel bij het vlie-
gen dat de quadrocopter (1) altijd in de bestu-
urde richting laat vliegen zodra het geactiveerd
is en dat aan te bevelen is indien er slechts
weinig vliegervaring is. De quadrocopter (1)
vliegt bv. altijd vanuit de positie van de piloot
gezien naar rechts wanneer met de toets (2g)
de Non-head modus geactiveerd werd en er
met de stuurknuppel (2f) naar rechts gestuurd
wordt – eender of de voorzijde van de quadro-
copter (1) (cameralens) naar achter, naar links,
naar voren of naar rechts wijst. Is deze modus
gedeactiveerd, dan vliegt de quadrocopter (1)
in de richting, waarin de voorzijde (camera-
lens) wijst (ook als de quadrocopter (1) zich
gedraaid heeft).
BELANGRIJK: De afstandsbediening
(2) en de quadrocopter (1) moeten bij het
activeren van de Non-head modus gelijkgericht
zijn! Activeer de Non-head modus alleen in de
aangegeven positie. Anders kan het ertoe leiden
dat besturingscommando's niet correct uitgevoerd
worden.
1. Leg voor het activeren van de Non-Head-
modus de quadrocopter (1) en de afstandsbe-
diening (2) achter elkaar en druk de toets (2g)
op de afstandsbediening (2) in. De lichten knip-
peren langzaam zolang de modus geactiveerd
is.
2. Druk de toets (2g) opnieuw in om de modus te
deactiveren. De lichten branden weer perma-
nent.

Snelheid instellen (afb. O)

U kunt aan de afstandsbediening (2) door het
herhaald indrukken van de toets (2c) de snelhe-
den voor het vliegen instellen. Als basisinstelling is
de snelheid 1 van in totaal drie snelheidstrappen
ingesteld.
NL/BE 59