Inbedrijfname Bij Mobiele Installatie; Tijdens Het Bedrijf - Wilo Rexa MINI3 serie Einbau- Und Betriebsanleitung

Inbedrijfname
▶ Als drie pompactiviteiten zonder problemen worden doorlopen, is de testloop
7.3

Inbedrijfname bij mobiele installatie

‡
‡
Wanneer het pompen voltooid is en de pomp niet langer nodig is, verwijdert u de
pomp.
7.4

Tijdens het bedrijf

VOORZICHTIG
Droogloop van de pomp is verboden!
Werking van de pomp zonder medium (droogloop) is verboden. Als het restwater-
niveau is bereikt, pomp uitschakelen. Een droogloop kan de afdichting beschadi-
gen en leidt tot onherstelbare schade aan de pomp.
Stationaire opstelling
Controleer de volgende punten een keer per kwartaal:
▪ Toevoerhoeveelheid komt overeen met de capaciteit van de pomp.
▪ Vlotterschakelaar werkt correct.
▪ Aansluitkabel is niet beschadigd.
Mobiele opstelling
Garandeer tijdens het gebruik de volgende punten:
▪ De drukslang is vrij van afzettingen.
▪ De zuigkorf is vrij van afzettingen en verroestingen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Rexa MINI3
4. Inschakelniveau bereikt: Pomp start (zie hoofdstuk "Installatie/inbouwmaten").
5. De pomp draait tot het uitschakelniveau: Pomp stopt (zie hoofdstuk "Installatie/
inbouwmaten").
6. Twee verdere pompactiviteiten herhalen.
afgesloten. De pomp kan in de praktijk worden gebruikt.
De inbouw en elektrische aansluiting zijn volgens de voorschriften uitgevoerd.
De punten voor de inbedrijfname zijn gecontroleerd.
1. Pomp inschakelen.
Stekker in het contact steken, hoofdschakelaar inschakelen.
2. Pomp met vlotterschakelaar: Inschakelniveau bereikt: Pomp start.
Pomp zonder vlotterschakelaar: Pomp start direct!
3. Pomp met vlotterschakelaar: De pomp draait tot het uitschakelniveau: Pomp
stopt.
Pomp zonder vlotterschakelaar: Pomp draait tot de stroomtoevoer wordt onder-
broken!
nl
183