Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Jøtul I 520 Handbuch Seite 59

I 520 f; i 520 fl; i 520 fr; i 520 frl
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für I 520:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Afb. 41
Plaats twee middelgrote blokken aan beide zijden onder
in de verbrandingskamer. NB: Om te voorkomen dat er
roetafzetting wordt gevormd op de ruit, moet u ervoor zorgen
dat de blokken de ruit niet raken.
Plaats aanmaakhoutjes of de schors van berkenhout tussen
de blokken. Plaats wat klein gehakt hout hierboven op in een
kruispatroon. Steek het vuur aan.
Afb. 42
Trek de ontstekingsopening naar buiten (A) (de luchtopening
(B) volgt automatisch).
5.3 Het vuur stoken
Afb. 43
Om de warmteafgifte te regelen, is het van belang dat er
een dikke laag gloeiende sintels en een hoge temperatuur
aanwezig zijn in de verbrandingskamer. Plaats meer hout
in de verbrandingskamer als er alleen nog gloeiende sintels
over zijn. NB: Gebruik een handschoen of iets dergelijks om
uw hand te beschermen als de hendels warm zijn.
Open de deur voorzichtig om de druk in de
verbrandingskamer gelijk te laten worden voordat u de deur
B
A
B
volledig opent. Hierdoor voorkomt u dat er as en rook uit de
kachel ontsnapt. Doe nooit meer hout op het vuur als dit
goed brandt.
Voeg 2 of 3 blokken toe die samen ongeveer 2 kg wegen. Om
optimale verbranding te verzekeren, mogen de blokken NIET
boven de twee bovenste gaten in de achterplaat uitsteken.
Sluit de deur.
Laat de ontstekings- en de luchtopening gedurende 2 of 3
minuten open staan tot de blokken helemaal zwart zijn en
goed branden. Stel dan de ontstekings- en luchtopeningen
in op 40% tot 70%.
De omstandigheden voor het reguleren van de verbranding
verschillen afhankelijk van de temperatuur in de
verbrandingskamer en de schoorsteentrek.
Belangrijk! Het is belangrijk om het hout snel te laten branden
en daarom raden we u aan de luchttoevoer te openen. Bij het
branden op een te lage temperatuur en met te weinig lucht kan
soms gas ontbranden waardoor de kachel beschadigd kan raken.
Waarschuwing voor oververhitting
Stook de kachel nooit te heet
De kachel is ontworpen en getest voor een nominaal vermogen
van 7 kW. Dit komt overeen met een verbrandingssnelheid van
ongeveer 2,3 kg hout per uur.
De maximale hoeveelheid per keer is 3,4 kg per uur (3-4 blokken
per keer).
Belangrijk!
Laat het vuur nooit geruime tijd branden met een volledig
geopende ontstekingsopening. Een duidelijk teken van
oververhitting is dat kachelonderdelen rood gloeien. In dat
geval moet u de luchtopening direct verkleinen.
Vraag om deskundig advies als u vermoedt dat de schoorsteen
niet naar behoren trekt (te veel of te weinig trek).
Geur bij eerste gebruik van de kachel
Als de kachel voor de eerste keer wordt gebruikt, kan een
irriterend gas vrijkomen dat onaangenaam kan ruiken. Dit gas
is afkomstig van de verf aan de buitenkant die opdroogt. Het
gas is niet giftig, maar u dient enkele ramen open te zetten om
ervoor te zorgen dat de ruimte voldoende wordt geventileerd.
Stook het vuur flink op totdat al het gas is verdwenen en er geen
rookgeuren meer waarneembaar zijn.
5.4 Brandstofeisen
Houtkwaliteit
Hout hakken en opslaan
U kunt elk soort hout als brandhout gebruiken. Hardere
houttypes, zoals beuken- en essenhout, zijn meestal
beter, aangezien ze gelijkmatiger branden en minder as
veroorzaken. Andere houttypes, zoals esdoorn-, berken- en
sparrenhout, zijn ook zeer geschikt als brandhout.
Brandhout is het best als u de boom voor 1 mei omhakt en
het hout in blokken hakt.
Denk eraan dat u de blokken hakt op de maat van de
verbrandingskamer van de kachel. We raden een diameter
van 6 tot 10 centimeter aan en de lengte moet ongeveer 6
millimeter korter zijn dan de verbrandingskamer, zodat er
genoeg ruimte is om de lucht te laten circuleren. Blokken met
een grotere diameter moeten eerst kleiner worden gemaakt.
NEDERLANDS
59

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis