Conrad 85 66 75 Bedienungsanleitung Seite 67

Test het systeem voordat u het echt in gebruik neemt om te wennen aan de indicatoren en
signalen.
Schakel het contact in (boordspanning) en zet de versnelling in de achteruit. De monitor geeft naast de
sensorgegevsn ook het beeld achteraan.
Vraag aan iemand anders om als "hindernis" achter uw auto te simuleren. De hindernispersoon komt
dan vanaf ongeveer 2 meter afstand steeds dichterbij de achterkant van de auto.
De kortste afstand van de beide voertuigzijden tot een hindernis wordt bovenaan het beeldscherm in
meters weergegeven. De balkindicatie geeft de richting en de afstand van de 4 sensoren tot een hinder-
nis. Hoe meer balken worden getoond, hoe dichter de hindernis.
Hindernis links
1.0M
< < < < < < <
De afstand tot een hindernis wordt ook met toenemende intensiteit van de signaaltoon aangeduid (grote
afstand = langzame pieptoon, geringe afstand = snelle pieptoon).
De volgende waarschuwingsbereiken moeten in acht genomen worden:
Veilige afstand van 2,0 - 1,6 m (geen geluid, geen afstandsaanduiding).
Veilige afstand van 1,5 - 0,9 m (langzame waarschuwingstoon, afstandsaanduiding).
Waarschuwingsbereik van 0,8 - 0,5 m (snellere waarschuwingston, afstandsaanduiding).
Gevaarsbereik van 0,4 m - 0 m (snelle waarschuwingstoon, monitorindicatie "STOP" <0,4 m).
In bepaalde situaties functioneert het
ultrasone meetprincipe niet geheel
betrouwbaar.
Dit is bijvoorbeeld het geval bij lichte hel-
lingen, bij afgeronde voorwerpen of bij
zachte voorwerpen die de ultrasone gol-
ven absorberen.
66
Hindernis in het midden
STOP
< < < < < < < < < < < < < < < < < < < <
Hindernis rechts
1.0M
< < < < < < <