Ingebruikname - Conrad 85 66 75 Bedienungsanleitung

Geschakelde plus-aansluiting (acheruitrijdlichten)
Bepaal met de ingeschakelde versnelling in achteruit en het contact aan de juiste leiding. De verlichting
en de knipperlichten dienen hierbij uit te zijn. Kon de juiste leiding worden vastgesteld, schakel dan het
contact weer uit.
• Sluit ook de rode plusleiding van de PWR-Anschlusskabels (5) aan het pluscontact van de achteruit-
rijdlichten aan.
• De zwarte geleider van de PWR-aansluitkabel (5) moet met de massa (carosserie) worden ver-
bonden.
• Verbind de kleine witte stekker van de PWR-aansluitkabel (5) met de bus "PWR" van de stuureen-
heid (1).
Eindcontrole en afstellen van de camera
Controleer de bedrading nogmaals. Neem de elektriciteit van het voertuig terug in bedrijf. De monitor
schakelt zich bij de eerste ingebruikname in en geeft "NO SIGNAL" weer. Schakel deze met de afstands-
bediening via de rode toets uit (denk aan het hoofdstuk "Batterij van de afstandsbediening gebruiken en
vervangen").
Zet het contact aan en schakel in achteruit. Het achteruitrijdsysteem schakelt zichzelf automatisch in en
is klaar voor gebruik. Op de monitor wordt het beeld van de camera zichtbaar. Indien een hindernis
wordt herkend, wordt ook de afstands- en richtingsmeting ook automatisch geactiveerd.
Draai de camera in de voertuighoek horizontaal in de juiste positie. Schroef de camera vast met de
bevestigingsringen. Bij schuine oppervlakken kunnen de metalen afstandsringen op de camera ten
opzichte van elkaar worden verschoven, om deze oneffenheden uit te vlakken.
Draai de kartelschroef aan de camera vast.

Ingebruikname

Het parkeersysteem bestaat uit twee van elkaar onafhankelijke systemen. De achteruitkijkspiegel met
geïntegreerde monitor (met video-ingang) en het ultrasoon-achteruitrijdsysteem.
De kleurenmonitor op de spiegel kan naar wens van de gebruiker wordfen ingesteld. Deze instellingen
gebeuren uitsluitend via de meegeleverde afstandsbediening.
Achteruitrijdsysteem
Het systeem wordt automatisch geactiveerd zodra het voertuig in de achteruiversnelling wordt gezet. Na
korte tijd verschijnt het camerabeeld. Indien een hindernis wordt herkend, wordt ook de afstands- en
richtingsmeting ook automatisch geactiveerd.
65