Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Voor De Inbedrijfstelling - Kärcher KM 150/500 R D Classic Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für KM 150/500 R D Classic:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Controlelampjes en display
Afbeelding
1 Bedrijfsurenteller
2 Waarschuwingslampje laden
3 Waarschuwingslampje oliedruk
4 Waarschuwingslampje koelwatertem-
peratuur
5 Aangezogen motorlucht
6 Waarschuwingslampje brandstofreser-
ve
7 Controlelampje voorgloeien
8 Controlelampjes (niet aangesloten)
9 Controlelampje standlicht/dimlicht (op-
tie)
10 Tankweergave
11 Zonder functie, brandt enkel bij het star-
ten van de motor (zelftest)
12 Zonder functie
13 Zonder functie
14 Zonder functie

Voor de inbedrijfstelling

Parkeerrem vergrendelen/loszetten
 Parkeerrem loszetten, daarbij rempe-
daal induwen.
 Parkeerrem vergrendelen, daarbij rem-
pedaal induwen.
Veegmachine zonder
zelfaandrijving bewegen
1 Speciaal gereedschap
2 Schroef voor vrijloop
3 Hydraulische pomp
 Motorafdekking openen.
 Schroef voor vrijloop (rood) van de hy-
draulische pomp 180° (tegen de klok)
verdraaien.
Speciaal gereedschap gebruiken.
OPMERKING
Het speciale gereedschap (rode schroe-
vendraaier) bevindt zich in een houder in
het voertuigframe, naast de vrijloop.
VOORZICHTIG
Beweeg de veegmachine zonder eigen
aandrijving niet over lange afstanden en
niet sneller dan 10 km/h.
 Draai de vrijloop van de hydraulische
pomp na het verschuiven van de machi-
ne opnieuw met de klok mee tot de aan-
slag terug.
Veegmachine met zelfaandrijving
bewegen
 Draai de vrijloop van de hydraulische
pomp na het verschuiven van de machi-
ne opnieuw met de klok mee tot de aan-
slag terug.
Speciaal gereedschap gebruiken.
66
Inbedrijfstelling
Algemene aanwijzingen
 Voor de inbedrijfstelling de gebruiks-
aanwijzing van de motorfabrikant lezen
en in het bijzonder de veiligheidsin-
structies in acht nemen.
 Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
 Contactsleutel uitnemen.
 Parkeerrem vastzetten.
Controle- en
onderhoudswerkzaamheden
Dagelijks voor het bedrijfsbegin
 Vloeistofpeil van de brandstoftank con-
troleren.
 Motoroliepeil controleren.
 Controleer het vulniveau in het koelmid-
del-compensatievat.
 Luchtdruk banden controleren.
 Keerwals en zijborstel controleren op
slijtage en in elkaar gewikkelde ban-
den.
 Wielen controleren op in elkaar ge-
draaide banden.
 Centrifugaalseparator en luchtfilter con-
troleren, zo nodig reinigen.
 Werking van alle bedieningsonderdelen
controleren.
 Apparaat op beschadigingen controle-
ren.
 Stoffilter met de toets Filterreiniging rei-
nigen.
Instructie: Beschrijving zie hoofdstuk Re-
paraties en onderhoud.
Tanken
GEVAAR
Explosiegevaar!
 Uitsluitend de in de gebruiksaanwijzing
aangegeven brandstof mag worden ge-
bruikt.
 Niet in gesloten ruimtes tanken.
 Roken en open vuur is verboden.
 Let erop dat er geen brandstof op hete
oppervlakken komt.
 Brandstofinhoud aan de tankweergave
controleren.
 Motor uitzetten.
 Tankdop openen.
 Diesel tanken.
 Overgelopen brandstof wegvegen en
vuldop van brandstoftank sluiten.
Werking
Chauffeursstoel instellen
1 Hefboom stoelverstelling
2 Bestuurdersstoel
5
NL
-
 Hefboom stoelverstelling naar buiten
trekken.
 Stoel verschuiven, hefboom loslaten en
vastzetten.
 Door vooruit- en terugbewegen van de
stoel controleren of hij vast zit.
Apparaat starten
Instructie: Het apparaat is uitgerust met
van een zitcontactschakelaar. Bij het verla-
ten van de chauffeursstoel wordt het appa-
raat uitgeschakeld.
1 Parkeerrem
2 Regeling motortoerental
 Op de chauffeursstoel plaatsnemen.
 Parkeerrem vastzetten.
 Regeling motortoerental 1/3 naar voren
schuiven.
Voorgloeien
 Contactsleutel in het contactslot ste-
ken.
 Contactsleutel in positie „Verwarmings-
spiraal" draaien.
Voorgloeilamp licht op.
Motor starten
 Om de motor te starten, moet het rem-
pedaal ingedrukt worden.
 Wanneer de voorgloeilamp uitgaat, de
contactsleutel op positie „II" draaien.
 Is het apparaat gestart, dan contact-
sleutel loslaten.
Instructie: De startmotor nooit langer dan
10 seconden gebruiken. Voor het opnieuw
gebruiken van de startmotor minstens 10
seconden wachten.
Apparaat verrijden
1 Rempedaal
2 Rijpedaal "vooruit"
3 Rijpedaal "achteruit"
 Schuif de toerentalregeling van de mo-
tor helemaal naar voren (bedrijfstoeren-
tal).
 Rempedaal induwen en ingedrukt hou-
den.
 Parkeerrem losmaken.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis