Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

De Bedrijfsmodus Selecteren; Een Track Kort Voorbeluisteren; Versneld Vooruit En Achteruit Zoeken; Een Bepaalde Plaats In Een Track Precies Opzoeken - IMG STAGE LINE CD-292USB Bedienungsanleitung

Professioneller dual-cd/mp3-spieler
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CD-292USB:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
5.3 Weergave van trackgegevens en
de rustmodus
Op het display (10) verschijnen heel wat ge-
gevens:
1 . Nummer van de geselecteerde track (A), als
boven de cijfers het displaybericht "TRACK"
verschijnt . Als onder de cijfers het display-
bericht "FOLDER" verschijnt, wordt het num-
mer van de geselecteerde map weergegeven
[kan met de FOLDER (12) worden gewisseld] .
2 . Aantal tracks (N) op de cd of, als de tracks
in verschillende mappen zijn ingedeeld, het
aantal tracks in de geselecteerde map
3 . Speeltijd van de geselecteerde track, relatief
(H) en absoluut (P); de seconden zijn in 75
zogenaamde frames ingedeeld
De weergave van de speeltijd kan met de
toets TIME (7) worden omgeschakeld:
Bij het displaybericht Elapse (E) wordt de
reeds verstreken speeltijd van de track
aangeduid .
Bij het displaybericht Total Remain (F, G)
wordt de resterende tijd van de totale cd
aangeduid (niet mogelijk bij mp3-bedrijf) .
Bij het displaybericht Remain (G) wordt de
resterende speeltijd van de track aange-
duid .
4 . In de tekstregel (O) verschijnt:
– de naam van de track bij gewone audio-
cd's met cd-tekst
– de bestandsnaam bij mp3-bestanden
U kunt tussen de tekstregel en de weer-
gave van volgende gegevens (ID3-tagss)
omschakelen . Houd hiervoor de toets TIME
ingedrukt en selecteer met de toets I  of
I (21):
Weergave (M)
TITLE
= naam van de track
ALBUM = naam van het album
ARTIST = naam van de uitvoerder
geen
= bestandsnaam
5.3.1 Grafische weergave van de speeltijd
Behalve de numerieke weergave van de speeltijd
(P) geeft de balkweergave (H) ook de speeltijd,
mbt de tracktijd, door haar lengte grafisch weer
(relatieve tijdweergave) . De balk geeft de laatste
30 seconden van een track aan door over de
volledige lengte te knipperen . Tijdens de laatste
15 seconden gaat de balk sneller knipperen .
5.3.2 Aantal beats per minuut
Na het selecteren van een track, berekent de
beatteller automatisch het aantal beats per mi-
nuut . Na korte tijd verschijnt het aantal onder-
aan rechts op het display (Q) . Als de beatteller
geen precieze waarde kan berekenen (bv . bij
rustige tracks), kunt u de waarde ook handmatig
bepalen:
1) Druk enkele keren (minstens 4 ×) op de toets
BPM / TAP (23) volgens het ritme van de mu-
ziek . Het aantal beats wordt aangegeven en
het displaybericht "BPM" knippert ter aan-
duiding van de handmatige telmodus .
2) Om naar de automatische telmodus terug
te schakelen, houdt u de toets BPM / TAP
ingedrukt, tot het displaybericht "BPM" niet
meer knippert .
5.3.3 Rustmodus
Wanneer de beide afspeeleenheden langer dan
15 minuten in de pauzestand staan, schakelt het
apparaat naar de rustmodus . De beide laser-
aftastsystemen zijn dan uitgeschakeld en worden
zo gespaard . Op de displays verschijnt SLEEP
(slaap) en alle oplichtende toetsen gaan uit . Door
op een willekeurige toets te drukken, keert het
apparaat terug naar de vorige bedrijfsmodus .

5.4 De bedrijfsmodus selecteren

5.4.1 Continu afspelen en afspelen van
een individuele track
Om te wisselen tussen Afspelen van een indi-
viduele track [displaybericht "Single" (C)] en
Continu afspelen [displaybericht "Cont ." (D)]
drukt u op de toets CONT / LIST (8) .
A Bij het afspelen van een individuele track
schakelt het apparaat telkens na afspelen van
een track in pauze .
Het afspelen van een individuele track is spe-
ciaal voorzien voor DJ-toepassingen . Na het
selecteren van een track staat de afspeeleen-
heid precies op de plaats waar de muziek
begint (meestal niet bij tijdindex 0 : 00 : 00,
maar enkele frames later bv . 0 : 00 : 15) . Deze
positie wordt automatisch als beginpunt
(Auto Cue-punt) opgeslagen, en aangeduid
door het displaybericht CUE (L) . Nadat het
afspelen van de track begonnen is, kunt u
met de toets CUE (18) naar dit beginpunt
terugspringen . Na het afspelen van een track
schakelt de cd-speler in pauze precies op de
plaats, waar de muziek van de volgende track
begint . Deze plaats wordt dan als het nieuwe
beginpunt opgeslagen .
B Bij continu afspelen worden alle tracks
naadloos na elkaar afgespeeld, d .w .z . na
de laatste track start opnieuw de eerste . Als
de tracks in verschillende mappen zijn inge-
deeld, worden echter alleen de tracks van de
geselecteerde map herhaald .
5.4.2 Relaiswerking – automatische start
van de andere afspeeleenheid aan
het einde van een track
Aan het einde van een track, kan automatisch de
andere afspeeleenheid worden gestart .
1) Schakel beide afspeeleenheden met de toets
CONT / LIST (8) naar Afspelen van een indivi-
duele track, zodat het bericht "Single" (C)
op beide displays verschijnt .
2) Selecteer op elke afspeeleenheid een track .
3) Druk op de toets RELAY (2) . De toets licht op .
4) Start met de toets II (20) het afspelen op
een afspeeleenheid . De andere afspeeleen-
heid moet in de pauzestand staan . Zodra
een track tot het einde is gespeeld, schakelt
de afspeeleenheid in pauze en start de an-
dere . De procedure blijft zich herhalen tot de
relaiswerking wordt uitgeschakeld . (Druk
hiervoor opnieuw op de toets RELAY .)
5) Tijdens het relaisbedrijf kunt u bovendien
op elk moment in een track met de toets
II de weergave van de ene naar andere
afspeeleenheid omschakelen .
Opmerking: Nadat alle tracks van een map zijn af-
gespeeld, wordt niet automatisch naar de volgende
map gewisseld . Dit moet steeds handmatig gebeuren
(hoofdstuk 5 .1, bedieningsstap 5) .

5.5 Een track kort voorbeluisteren

Met de toets CUE (18) kunt u een track kort
voorbeluisteren, zolang deze toets wordt inge-
drukt . Na loslaten van de toets keert het ap-
paraat terug naar het begin van de track en
schakelt het in pauze .
1) De afspeeleenheid moet op Afspelen van
een individuele track zijn ingesteld: Display-
weergave "Single" (C) . Bij displayweergave
"Cont ." (D) drukt u op de toets CONT / LIST (8) .
2) Selecteer de track (hoofdstuk 5 .1, bedie-
ningsstappen 4 en 5) .
3) Door de toets CUE ingedrukt te houden, kunt
u de track kort voorbeluisteren .
4) Als u de track wilt starten, druk dan op de
toets II (20) .
5.6 Versneld vooruit en
achteruit zoeken
Wilt u in een track snel vooruit of achteruit zoe-
ken, druk dan eerst op de toets SEARCH (17) . In
de tekstregel (O) wordt SEARCH weergegeven .
Draai de knop REV/ FWD (16) in de betreffende
richting . De snelheid van het vooruit resp . ach-
teruit zoeken hangt af van de snelheid waarmee
aan de knop wordt gedraaid .
Opmerkingen: In de pauzemodus wordt de huidige
plaats na het snel vooruit of achteruit zoeken continu
herhaald . Om dit te beëindigen, drukt u ofwel kort
op de toets CUE (18) [u plaatst een nieuw Cue-punt,
 hoofdstuk 5 .8 .2] of start het afspelen met de
toets II (20) .
5.7 Een bepaalde plaats
in een track precies opzoeken
U kunt een plaats in een track tot op 1 frame
(
sec) nauwkeurig opzoeken, bv . als u het
1
75
afspelen niet vanaf het begin van de track, maar
vanaf een bepaalde plaats in de track wenst te
starten .
1) Als u de gewenste plaats door afspelen van
de track of met de functie Snel vooruit / ach-
teruit zoeken (
 hoofdstuk 5 .6) ongeveer
hebt bereikt, schakelt u met de toets II (20)
naar de pauzestand .
2) Door de draaiknop (16) naar links en rechts
te draaien, zoekt u de plaats nauwkeurig op .
Voor een akoestische controle kunt u de in-
gestelde plaats continu horen .
3) Als u de gewenste plaats hebt gevonden,
druk dan op de toets CUE (18) . Daarmee is de
plaats opgeslagen en het herhaald afspelen
beëindigd . Met de toets II kunt u nu het
afspelen vanaf deze plaats starten .
5.8 Naar een bepaalde plaats
in een track terugkeren
Om snel een bepaalde plaats nauwkeurig te kun-
nen opzoeken, kunt u met de toetsen CUE 1
en CUE 2 (11) twee startpunten (Cue-punten)
opslaan, ook tijdens het afspelen van een track
(Fly-Cue) .
Bovendien kunt u met de toets CUE (18)
een bijkomend startpunt bepalen . In de modus
Afspelen van een individuele track wordt dit
startpunt bij het bereiken of selecteren van een
volgende track echter overschreven met het
startpunt van de volgende track [schakel evt .
met de toets CONT / LIST (8) om naar Afspelen
van alle tracks] .
Opmerking: De opgeslagen Cue-punten worden
ge wist bij
– het selecteren van een andere map
– het omschakelen tussen CD, USB 1, USB 2
– het uitschakelen van het apparaat
31

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis