Spatlappen; Montage Van De Aandrijfelementen - Truma Mover SR Gebrauchs- Und Einbauanweisung

Spatlappen

Als er een Mover® wordt gemonteerd, moeten de voorhanden
spatlappen eventueel worden verplaatst / aangepast (afstand
band / spatlap max. 300 mm).
Als de originele spatlappen niet kunnen worden gebruikt,
moet de Truma spatlappenset (art.-nr. 60031-08200) worden
gebruikt en op maat worden gemaakt.
Spatlappen worden achter de as gemonteerd, vóór de as
zijn geen spatlappen nodig.
Mover®
SR versie 2
Rijrichting
Afbeelding 18
Aanpassen van de spatlappen aan de Mover®
1. Spatlappen demonteren
2. De Mover® volgens onderstaande inbouwhandleiding
aanbrengen
3. Maat a en b bepalen en op de spatlap aftekenen. De boven-
ste poot van de bevestigingsstrip moet naar de achterkant
van de caravan wijzen.
Bepalen van de uitsparingsmaten
Mover®
SR versie 2
a
b
Afbeelding 19
De op de laatste pagina van de inbouwhandleiding voorhan-
den sjabloon uitknippen, op de spatlap leggen, de contour
aftekenen en uitknippen.
Let op links en rechts!
Eventueel skirtcontour bij de spatlap uitsparen, de spatlap op
een afstand van 300 mm van de band aan de bodem van de
caravan bevestigen.

Montage van de aandrijfelementen

Het chassis van het voertuig moet vrij zijn van roest, vet en
grof vuil. Ter hoogte van de wielophanging mogen geen be-
schadigingen aanwezig zijn.
54
max.
300 mm
max. 200 mm
a
Mover® SR2
25
b
De aan de caravan gemonteerde wielen en banden dienen
van dezelfde maat en hetzelfde type te zijn en overeenkomstig
de gegevens van de fabrikant te worden opgepompt.
Alle onderdelen uit de verpakking nemen en op de grond
leggen.
Afbeelding 20
Om de geldigheid van de algemene typegoedkeuring
(voor Duitsland: Allgemeine Betriebserlaubnis) te waar-
borgen, moeten de bijgeleverde typeplaatjes (f) links en rechts
op de dwarsbalk naast de bevestigingssteunen van de aandrijf-
eenheden aanwezig zijn.
f
Afbeelding 21
Markeer het midden van de dwarsstang. Schuif de dwars-
stang los in de aandrijfeenheden.
De bijgeleverde stifttappen (g) er nog niet inschroeven.
Afbeelding 22
Zet de aandrijfeenheden met de dwarsstang en bevestigings-
set (b) op het voertuigchassis en draai de beide bouten (c) zo
ver aan dat de aandrijfeenheden nog net op het chassis kun-
nen worden verschoven.
De gripper (a) moet volledig op het chassisframe liggen.
a
b
Afbeelding 23
f
g
c