Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Programmeren Van De Vliegregelaar; A) Neutrale Stand (Motor Uit); B) Motorrem; C) Onderspanningsherkenning - Reely Phönix XS RtF Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen


12.

Programmeren van de vliegregelaar

De in het model ingebouwde vliegregelaar is reeds af fabriek correct ingesteld.
De neutrale stand (motor uit) en de motorrem kunnen indien nodig worden geprogrammeerd.

a) Neutrale stand (motor uit)

De vliegregelaar herkent het stuursignaal van de zender voor de motorsturing automatisch. Als vb. de stuurknuppel
voor de motorsturing bij de aansluiting van de vliegaccu niet in de stand „Motor uit" (hendel is niet helemaal terug naar
het lichaam getrokken), wordt de huidige stand van de stuurknuppel als „Motor uit" herkend en bewaard.
Dit heeft echter het nadeel dat nu voor de sturing van het motortoerental minder stuurweg op de zender aanwezig is
en dat mogelijks de toerentalregeling niet meer fijn genoeg kan worden ingesteld. Let daarom bij de aansluiting van de
vliegaccu altijd op dat de stuurknuppel voor de motorsturing helemaal naar achter getrokken is.

b) Motorrem

In de vliegregelaar is een motorrem geïntegreerd. Deze zogenaamde „EMK-rem" heeft de taak ervoor te zorgen dat
de motor na het stuursignaal „Motor uit" onmiddellijk blijft staan (en dat er dus geremd wordt). Door deze omstandigheden
loopt de motor tijdens de vlucht door de doorstromende lucht aan de propeller niet meer mee en de Klapp-propeller
kan langs de romp liggen. Zo wordt de luchtweerstand tijdens een zuivere zweefvlucht verminderd.
De motorrem kan als volgt worden in- of uitgeschakeld:
• Schakel de zender in en stel de stuurknuppel voor de motorsturing op volgas in.
• Sluit daarna de vliegaccu aan de vliegregelaar aan.
• De vliegregelaar zal enkele geluidssignalen genereren en vervolgens een snelle melodie laten horen.
• Zet na deze melodie de stuurknuppel van de zender in de achterste stand (motor uit).
• De vliegregelaar signaleert met een reeks geluidssignalen (2x pieptoon, pauze, 1x pieptoon) de succesvolle
programmering. De motorrem is nu geactiveerd, resp. gedeactiveerd.

c) Onderspanningsherkenning

De vliegregelaar heeft een onderspanningsherkenning die bij een spanning onder de 3,0 V per cel (bij de accu uit het
modelvliegtuig dus bij 6,0 V) het motorvermogen vermindert, resp. de motor uitschakelt. Zo wordt een schadelijke
diepontlading van de accu vermeden. De onderspanningsherkenning kan niet worden omgeprogrammeerd.
87

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

29 70 00

Inhaltsverzeichnis