Herunterladen Diese Seite drucken

Scheppach MS173-51 Originalbetriebsanleitung Seite 77

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MS173-51:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Draag bij het vervangen van de messen handschoe-
nen om snijwonden te voorkomen.
Nooit andere messen monteren.
• Leeg de benzinetank voordat u het zaagblad ver-
wijdert.
• Verwijder de bout om het zaagblad te vervangen.
• Plaats alles weer net zoals in afb. 17. Bevestig de
bout op correct wijze. Bevestigingsdraaikracht be-
draagt 45Nm. Verwijder ook de bout van het zaag-
blad als u het zaagblad vervangt.
Beschadigde messen
Als het mes ondanks alle voorzichtigheid met een
hindernis in aanraking komt, direct de motor uitscha-
kelen en de voedingsstekker eruit trekken.
Maaier zijwaarts kantelen en mes op beschadiging
controleren. Beschadigde of verbogen messen moe-
ten worden vervangen. Een verbogen mes nooit
rechtbuigen.
Nooit met een verbogen of sterk versleten mes wer-
ken, want dit veroorzaakt trillingen en kan tot meer
beschadigingen aan de maaier leiden.
m Let op! Bij het werken met een beschadigd mes
bestaat er gevaar voor persoonlijk letsel.
Messen naslijpen
De snijmessen kunnen met een metaalvijl worden bij-
geslepen. Om mogelijke onbalans te vermijden, moet
het slijpen worden uitgevoerd door een geautoriseer-
de werkplaats.
Controle van het oliepeil
m Let op! Motor nooit zonder of met te weinig olie
gebruiken. Dit kan leiden tot ernstige schade aan de
motor. Uitsluitend motorolie SAE 30 gebruiken.
Controle van het oliepeil (afb. 18):
• Grasmaaier op een effen, recht oppervlak zetten.
• De oliepeilstok (12) door naar links te draaien los-
schroeven en de peilstok afvegen. Peilstok weer tot de
aanslag in de vulpijp steken en niet dichtschroeven.
• Peilstok eruit trekken en in horizontale positie het
oliepeil aflezen. Het oliepeil moet zich tussen de
max en min van de oliepeilstok (12) bevinden.
Olieverversing (afb. 23)
• Het verversen van de motorolie moet jaarlijks voor
het begin van het seizoen bij bedrijfswarme en uit-
geschakelde motor worden uitgevoerd.
• Uitsluitend motorolie (SAE 30) gebruiken.
• Leeg de benzinetank (met een afzuigpomp voor
benzine).
• Plaats een platte olieopvangcarter (min. 1 liter volu-
me) voor de grasmaaier.
• Oliepeilstok eruit schroeven en de maaier zover kan-
telen totdat alle olie in de opvangcarter is gelopen.
• Daarna de verse motorolie tot aan de bovenste
markering van de oliepeilstok bijvullen (ca. 0,4 l),
vul het apparaat niet te vol.
• Let op! Oliepeilstok voor controle van het oliepeil
niet inschroeven, maar tot schroefdraad insteken.
Verbruikte olie moet conform de geldende voorschrif-
ten worden verwijderd.
Reinigen van de riemen (afb. 17, 19)
• Verwijder de messen en de aandrijfbehuizing door
de schroeven los te draaien.
• Reinig de elementen van de aandrijving en de
V-snaren een tot tweemaal per jaar met een bor-
stel of perslucht.
• Breng de aandrijfbehuizing en de messen weer
aan met schroeven.
Onderhoud en instelling van de trekkabel
De trekkabel regelmatig oliën en daarbij letten op
soepel lopen.
Onderhoud van het luchtfilter (afb. 20)
Vervuilde luchtfilters verminderen het motorvermogen
door een te geringe luchttoevoer naar de carburateur.
Regelmatige controle is daarom absoluut noodzakelijk.
Het luchtfilter moet elke 25 bedrijfsuren worden ge-
controleerd en indien nodig worden gereinigd. Bij een
zeer stoffige lucht moet het luchtfilter vaker worden
gecontroleerd.
Verwijder de afdekking van het luchtfilter en verwijder
het sponsfilter. Vervang het luchtfilter om te vermijden
dat er voorwerpen in de luchtinlaat vallen (afb. 20).
Let op: Luchtfilter nooit met benzine of brandbare op-
losmiddelen reinigen. Luchtfilter alleen met perslucht
of door uitkloppen reinigen.
Onderhoud van de bougie (afb. 21)
Controleer de bougie voor de eerste keer na 10 be-
drijfsuren op verontreiniging en reinig deze eventueel
met een koperdraadborstel. Daarna de bougie elke
50 bedrijfsuren onderhouden.
Trek de voedingsstekker er met een draaiende bewe-
ging af. Verwijder de bougie (10) met een bougiesleutel.
Stel onder gebruik van een voelermaat de afstand in
op 0,75 mm (0,030"). Breng de bougie (10) weer aan
en let erop dat u deze niet te vast draait.
Motorremhendel (afb. 1)
De motor is uitgerust met een mechanische rem (3),
die regelmatig moet worden gecontroleerd. Wanneer
de remhendel wordt losgelaten, moet het mes binnen
7 seconden tot stilstand komen; indien dit niet het ge-
val is, mag het apparaat niet worden gebruikt. Neem
contact op met een deskundig specialist.
Zorg ervoor dat het apparaat gedurende de hele le-
vensduur in perfecte staat is.
Onjuist onderhoud kan leiden tot levensbedreigende
verwondingen.
www.scheppach.com
NL | 77

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

5911259903