3.
Schroef vervolgens de lange dwarsstang (17) en
korte dwarsstang (18) met de zeskantbouten (19)
en zeskantmoeren (20) vast op de poten (16).
Let erop dat stangen van dezelfde lengte te-
genover elkaar liggen. De lange dwarsstangen
(17 - met "B" aangeduid) moeten evenwijdig
aan de bedieningszijde van de zaag worden
gemonteerd. (Afb. 7).
4.
Bevestig de standbeugels (16b) elk losjes met 2
zeskantbouten (19) en zeskantmoeren (20) in de
boorgaten van de achterste poten. (Afb.7.1)
Let op!
Beide standbeugels moeten aan de achterzij-
de van de machine worden bevestigd!
5.
Draai vervolgens alle bouten en moeren van het
onderstel vast.
9.3
Splijtwig instellen / monteren (afb. 8 - 10) m
Let op! Trek de voedingsstekker uit het stop-
contact! De instelling van de splijtwig (6)
moet voor het gebruik worden gecontroleerd.
1.
Stel het zaagblad (3) in op de maximale zaagdiep-
te, plaats het in de 0°-stand en zet het vast.
2.
Bout (23) van het tafelinzetstuk (2) met behulp van
een kruiskopschroevendraaier losmaken en het
tafelinzetstuk (2) er uit nemen (afb. 8).
3.
De afstand tussen het zaagblad (3) en de splijtwig
(6) moet max. 5 mm bedragen. (afb. 9)
4.
Maak de bevestigingsschroef (24) los en trek de
splijtwig (6) uit tot deze op de juiste afstand is in-
gesteld (afb. 10)
5.
Draai de bevestigingsschroef (24) weer vast en
monteer het tafelinzetstuk (2).
9.4
Zaagbladbescherming
ren (afb. 11 - 12)
1.
Plaats de zaagbladbescherming (25) samen met
de bout (4) van boven op de splijtwig (6), zodat de
schroef stevig in het sleufgat van de splijtwig (6) zit.
2.
Schroef (25) niet te vast aanhalen, de zaagbladbe-
scherming (4) moet vrij kunnen blijven bewegen.
3.
Steek de afzuigslang (5) op het afzuigtussenstuk
(26) en de afzuigmof van de zaagbladbescherming
(4). Sluit een daartoe geschikte spanenafzuigin-
stallatie aan op het afzuigtussenstuk (26).
4.
De demontage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Let op!
Voordat er met zagen wordt gestart, moet de
zaagbladbescherming (4) op het zaagproduct
worden verlaagd.
monteren/demonte-
www.scheppach.com
9.5
Tafelinzetstuk vervangen (afb. 8)
1.
Bij slijtage of beschadiging moet het tafelinzetstuk
(2) worden vervangen, anders bestaat er een ver-
hoogd gevaar voor letsel.
2.
Verwijder de bout (23) met behulp van een kruis-
kopschroevendraaier.
3.
Haal het versleten tafelinzetstuk (2) eruit.
4.
De montage van het nieuwe tafelinzetstuk gebeurt
in omgekeerde volgorde.
9.6
Montage/vervanging van het zaagblad (afb. 13)
1.
Let op! Neem de voedingsstekker uit het stop-
contact en draag veiligheidshandschoenen.
2.
Zaagbladbescherming (4) demonteren (zie 8.4).
3.
Het tafelinzetstuk (2) verwijderen (zie 8,5).
4.
Draai de moer los door de zaagbladsleutel (22a) op
de moer te plaatsen en met de andere zaagbladsleu-
tel (22b) de motoras tegen te houden (zie afb. 22).
5.
Let op! Draai de moer in de draairichting van het
zaagblad.
6.
Verwijder de buitenflens en neem de binnenflens
uit het oude zaagblad.
7.
Maak de zaagbladflenzen voorzichtig schoon met
een staalborstel voordat u het nieuwe zaagblad
monteert.
8.
Plaats het nieuwe zaagblad in de omgekeerde
volgorde en draai het vast.
Let op! Looprichting in acht nemen, de ver-
steksneden van de tanden moeten in de
looprichting, d.w.z. naar voren wijzen.
9.
Monteer het tafelinzetstuk (2) en de zaagbladbe-
scherming (4) weer en stel deze af (zie 8.4 en 8.5).
10. Controleer of de veiligheidsvoorzieningen goed
functioneren voordat u weer met de zaag aan de
slag gaat.
11. Controleer de zaagbladbescherming (4) op juiste
werking. Til de zaagbladbescherming op en laat
deze los. De zaagbladbescherming moet zelfstan-
dig terugkeren naar de uitgangspositie.
10. Bediening
m LET OP!
Het apparaat moet voor de ingebruikname volledig
zijn gemonteerd!
10.1 In-, uitschakelen (afb. 14)
- Door op de groene toets "I" (11) te drukken, kan de
zaagmachine worden ingeschakeld. Voordat u met
zagen begint, wacht u tot het zaagblad het maximale
toerental heeft bereikt.
NL | 91