Invacare® Colibri
5.5 De armsteunkussens vervangen
Steeksleutel van 2 x 13 mm (1/2")
l
1. Verwijder de schroef A, ring B en moer
C.
2. Verwijder het oude armsteunkussen D van
de armsteunstang E.
3. Installeer het nieuwe armsteunkussen en
bevestig het stevig vast.
4. Herhaal indien nodig STAP 1-3 om ook het
andere armsteunkussen te vervangen.
5.6 De zithoogte aanpassen
De zithoogte kan worden ingesteld op 390, 410 of 430 mm.
open steeksleutel van 2x 17 mm
l
1. Verwijder de zitting, zie 5.2 De zitting
roteren/verwijderen/installeren, pagina 57.
2. Verwijder de borgbout A, ringen B en moer C.
3. Trek de zadelpen D uit het chassis om de zithoogte aan te
passen met een van de drie afstelgaten E.
4. Plaats de borgbout terug en draai hem vast.
5.7 De hoek van het stuur aanpassen
WAARSCHUWING!
Risico op schade en ernstig letsel
— Zorg ervoor dat het stuur goed is aangepast voordat u
de scootmobiel rijdt.
— Nadat u de hoek van het stuur hebt aangepast en
voordat u er gebruik van gaat maken, MOET het stuur
goed op zijn plaats worden vergrendeld. Zo voorkomt u
lichamelijk letsel en/of schade aan de scootmobiel door
een val van de scootmobiel. Druk of trek voorzichtig
aan het stuur om te controleren of dit goed is
vergrendeld in de aanpassingsplaat.
Het stuur kan in een van de drie posities worden vergrendeld. Het
stuur kan ook omlaag worden geklapt voor transport en opslag.
De hoek van het stuur aanpassen
1. Draai of trek de
stuuraanpassingshendel A uit totdat
de pen loskomt uit het montagegat.
2. Zet het stuur in de gewenste positie.
3. Laat de stuuraanpassingshendel los of
draai deze om de pen in het gewenste
montagegat B te vergrendelen.
4. Druk of trek voorzichtig aan het stuur
om te controleren of het stuur goed is
vergrendeld.
58
C
B
E
D
A
B
B
C
E
A
B
Het stuur naar beneden inklappen
1. Draai of trek de
stuuraanpassingshendel A uit
totdat de pen loskomt uit het
montagegat.
2. Klap het stuur naar beneden.
D
3. Laat de
stuuraanpassingshendel los of
A
draai deze om de pen boven
de ondergrond van het stuur
B te vergrendelen.
4. Druk of trek voorzichtig aan
het stuur om te controleren of
het stuur goed is vergrendeld.
U kunt het stuur nu als greep
gebruiken om het gemonteerde
voorframe te transporteren:
5.8 Verlichting aanpassen
Als uw scootmobiel is uitgerust met optionele verlichting, raadpleegt u
de gebruikershandleiding van de verlichting voor gebruiksinformatie.
Gebruik de verlichting bij slecht zicht, bijvoorbeeld duisternis
of mist.
Montagestanden
A Koplamp
Koplamp aanpassen
Vóór het eerste gebruik moet u de koplamp afstellen om
veiligheidsrisico's te vermijden. Stel de koplamp zo af dat u goed
zichtbaar bent, maar andere verkeersdeelnemers niet verblindt.
B
1. Stel de koplamp zo af dat deze recht vooruit schijnt.
2. Meet de afstand tussen het midden van de koplamp en de vloer
A.
3. Markeer een verticaal oppervlak, zoals een muur, op de helft van
de vastgestelde waarde A.
4. De afstand tussen markering B en de koplamp moet vijf meter
zijn.
5. Stel het midden van de lichtbundel af op markering B.
A
B Achterlicht
A
A
B
B
1675751-C