Spring 58 9630 25 01 Gebrauchsanweisung Seite 90

6.2.2 Inductie kookplaat 3.5kW 58 9635 35 01
- Om het apparaat in te schakelen de knop ON/OFF indrukken en binnen 5 seconden op de + knop of aan de
vermogensregelaar draaien.
- Selecteer het gewenste niveau van 1 tot 19 met de vermogensregelaar. Dit wordt weergegeven in het display;
hoe hoger het getal, hoe hoger het vermogen. Het indicatielampje COOK gaat branden en geeft aan dat het
apparaat zich in de kookfunctie bevindt. Het indicatielampje HEATING gaat branden wanneer geschikt
kookgerei wordt gedetecteerd en opgewarmd.
- Om over te schakelen naar de warmhoudfunctie de knop COOK/HOLD indrukken. Het indicatielampje HOLD
gaat branden. Druk op de knop + of - om de temperatuur in te stellen. De ingestelde temperatuur wordt
weergegeven op het display.
- Om terug te keren naar de kookfunctie nogmaals op de knop COOK/HOLD drukken.
- Schakel het apparaat na gebruik uit door op de knop ON/OFF te drukken. Trek de stekker ook beslist uit het
stopcontact en laat het toestel volledig afkoelen.
6.2.3 Inductie kookplaat voor wok 3.5kW 58 9640 35 01 (Ronde bodem)
- Om het apparaat in te schakelen de knop ON/OFF indrukken en binnen 5 seconden op de + knop drukken
of aan de vermogensregelaar draaien.
- Selecteer het gewenste niveau van 1 tot 19 met de vermogensregelaar. Dit wordt weergegeven in het display;
hoe hoger het getal, hoe hoger het vermogen. Het indicatielampje HEATING gaat branden wanneer geschikt
kookgerei wordt gedetecteerd en opgewarmd.
- Schakel het apparaat na gebruik uit, door op de knop ON/OFF te drukken. Trek de stekker ook beslist uit het
stopcontact en laat het toestel volledig afkoelen.
6.3 Aanwijzingen voor het gebruik
- Stem de maat van de pan of serveerschaal af op de te bereiden hoeveelheid.
- Plaats de pan of serveerschaal alleen voorzichtig op de glaskeramische plaat. Verschuif de pan of
serveerschaal niet, maar til deze op en zet deze vervolgens op de gewenste plaats neer. Let er ook bij het
portioneren en uitnemen van gerechten op dat de kookgerei of serveerschaal niet wordt verschoven.
Zodoende voorkomt u krassen alsmede mogelijke beschadigingen aan het oppervlak.
- Let erop dat de pan of serveerschaal veilig op de glaskeramische plaat staat en niet aan de zijkant over de
rand uitsteekt.
- Gebruik hoge temperatuurinstellingen slechts korte tijd bij het kort aanbraden of snel aan de kook brengen.
Verlaag vervolgens de temperatuur naar de middelste of laagste stand. Voor het warm houden of zachtjes
koken is een temperatuur tussen 60 °C - 100 °C ideaal.
- Om de gerechten betrouwbaar warm te houden, verwarmt u de lege serveerschaal voordat u deze vult en
plaatst u een passend deksel hierop.
- Roer de gerechten indien nodig om, zodat deze gelijkmatig worden warm gehouden.
- Om te voorkomen dat restanten van het gerecht inbranden en de latere reiniging bemoeilijken, laat u lege
pannen niet op het ingeschakelde apparaat staan.
- Verwijder vervuiling, vooral door suiker of voedsel dat suiker bevat, direct van de glaskeramische plaat, zodat
dit niet hierop kan inbranden.
90