3.4 Vacuümgenerator
Het vacuüm wordt opgewekt door 2 vacuümpompen op batterijen (12). De vacuümopwekking is ontworpen voor
soepele en zuigvaste ladingen.
Om energie te besparen wordt de vacuümgenerator automatisch uitgeschakeld zodra het vacuüm -680 mbar
bereikt. De vacuümgenerator wordt automatisch weer ingeschakeld zodra het vacuüm daalt tot onder -580
mbar.
GEVAAR
Lastvermindering door ongeoorloofde aanpassing van de automatische uitschake-
ling van de vacuümgenerator
Ernstig letsel of de dood!
•
De automatische uitschakeling van de vacuümgenerator is in de fabriek optimaal ingesteld
en mag niet worden aangepast.
3.5 Zuigplaten
De zuigplaat wordt niet meegeleverd. Deze wordt gebruikt om de lading op te zuigen. De keuze van de aanzu-
igplaat hangt af van de lading (gewicht, geometrie en oppervlakte-eigenschappen).
Gebruik alleen zuigerplaten van de fabrikant Probst
waarop het maximaal toelaatbare draagvermogen bij
een onderdruk van -500 mbar duidelijk is aangegeven
op de sticker met het draagvermogen. Als de situatie
onduidelijk is, mogen de hefinrichting en de zuigerplaat
in geen geval in gebruik worden genomen. Neem
contact op met de firma Probst!
Standaardzuigplaten zijn niet geschikt voor het hante-
ren van glaspanelen.
Vacuümaansluiting
5
Montagerail voor zuigplaat
6
De zuignap (8) wordt op de montagerail (6) geschoven en vastgezet met de vergrendeling (7).
De maximaal toelaatbare belasting van de zuignap bepaalt de maximaal toelaatbare belasting van
de hele hefinrichting (zie belastingsplaatje van de zuignap).
NL - 30.30.01.04558 - 00 - 09/24
Bout zuignap
7
Zuignap
8
3 Productbeschrijving
19 / 53