probst SM-1200 Betriebsanleitung Seite 109

9 Onderhoud
9.4.2 Vacuümslangen en slangverbindingen controleren
1. Controleer de vacuümslangen op slijtage.
2. Vervang beschadigde vacuümslangen (schuurplekken, breuken, knikken, enz.).
3. Controleer de snelkoppelingen en steekfittingen op lekkage.
9.4.3 De spanning van de hefinrichting controleren
Controleer maandelijks of de hele hefinrichting goed vastzit.
1. Schakel de vacuümgenerator in.
2. Plaats de hefinrichting op een testlading met een absorberend, glad oppervlak, bijvoorbeeld een metalen
plaat.
3. Open de vacuümtoevoer.
4. Laat het vacuüm opbouwen tot het niet meer opstijgt.
5. Til de lading slechts enkele centimeters op.
6. Schakel de vacuümgenerator uit.
7. Let op de drukval op de manometer.
 Het vacuüm mag binnen 5 minuten met maximaal 0,1 bar dalen (alleen geldig voor zuigvaste ladin-
gen).
 Maak na de test de hefinrichting los van de lading (> zie hoofdstuk De lading verwijderen).
Wanneer het vacuüm sneller verdwijnt:
1. Controleer de aanzuigplaat of afdichtlip, slang, slangverbindingen en schroefverbindingen en de terugs-
lagklep op beschadigingen en lekkage en vervang deze indien nodig.
2. Controleer het zuigfilter en reinig of vervang het filterpatroon indien nodig.
9.5 Het stoffilter reinigen of vervangen
De toestand van het stoffilter kan visueel worden gecontroleerd (transparante behuizing).
GEVAAR
Onvoldoende vacuüm door verstopt stoffilter .
Ernstig letsel of de dood door vallende lading!
•
OPMERKING
Er komt stof in de leidingen wanneer het filterpatroon wordt verwijderd.
Schade aan de vacuümgenerator
•
•
48
Afhankelijk van de stofbelasting moet u het stoffilter ten minste eenmaal per week reini-
gen.
Zorg er bij het verwijderen van het filterelement voor dat er geen stof in de leidingen te-
rechtkomt.
Klop het filterpatroon niet uit.
NL - 30.30.01.04558 - 00 - 09/24