5.3 Elektrische aansluiting
5.3.1 Spanningsvoorziening / netaansluiting
T
T
GEVAAR
Levensgevaar door onjuiste aansluiting!
FI-aardlekschakelaars (type B) die gevoelig voor zijn
alle stroomsoorten mogen niet na pulsstroomgevoelige
FI-aardlekschakelaars (type A) worden gemonteerd.
Neem de volgende punten bij de aansluiting op de
stroomvoorziening in acht:
f Neem DIN VDE 0100 deel 530 in acht.
f Zorg ervoor, dat de aansluiting van het laadsysteem
niet na de pulsstroomgevoelig FI-aardlekschakelaars
(type A) plaatsvindt.
f Neem bovendien de plaatselijke voorschriften in acht!
Neem de volgende punten bij de aansluiting op de
stroomvoorziening in acht:
Dit apparaat mag alleen door gekwalificeerde
elektriciens onder inachtneming van de geldende
landelijke voorschriften geïnstalleerd, in bedrijf
gesteld en onderhouden worden, zie hoofdstuk "2.1
Doelgroepen".
Vóór het aansluiten van het apparaat moet het apparaat
spanningsvrij worden gemaakt of moeten er geschikte
veiligheidsmaatregelen worden getroffen.
14
De laadzuil mag alleen op een TN-S-net worden
aangesloten.
Afb. 16: Klemmenstrook in de laadzuil
Sluit de voedingsleiding aan:
f Sluit de voedingsleiding aan volgens de markeringen
op de klemmen (aanhaalmoment, zie hoofdstuk "4.
Technische gegevens").
f Controleer of de afzonderlijke aders goed zijn
aangesloten en de schroeven vast zijn aangedraaid.