Herunterladen Diese Seite drucken

Hach POLYMETRON 8310 Benutzerhandbuch Seite 159

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für POLYMETRON 8310:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 22
Foutmelding
ADC-fout
Sensor ontbreekt.
Meetwaarde ligt
buiten meetbereik.
7.6 Lijst met waarschuwingen
Een waarschuwing heeft geen effect op de werking van menu's, relais en uitgangen. Het scherm
wordt oranje. De diagnosebalk toont de waarschuwing. Druk op de diagnosebalk om de fouten en
waarschuwingen weer te geven. U kunt ook op het pictogram van het hoofdmenu drukken en
vervolgens Meldingen > Waarschuwingen selecteren.
Een lijst van mogelijke waarschuwingen is afgebeeld in
Waarschuwing
Meetwaarde is te hoog.
Meetwaarde is te laag.
Nulwaarde is te hoog.
Nulwaarde is te laag.
Temperatuur is te hoog.
Temperatuur is te laag.
Kalibratie is te laat.
Het apparaat is niet gekalibreerd.
Vervang een sensor.
Kalibratie in voortgang,
Uitgangen gepauzeerd
Tabel 7 Foutenlijst
Beschrijving
De conversie van analoog naar
digitaal is mislukt.
De sensor ontbreekt of is
losgekoppeld.
Het signaal van de sensor
bevindt zich buiten de
geaccepteerde limieten.
Tabel 8 Waarschuwingslijst
Beschrijving
De gemeten waarde is > 2 S/cm,
1.000.000 ppm, 200 % of 20.000 ppt.
De gemeten waarde is < 0 µS/cm,
0 ppm, 0 % of 0 ppt.
De nulkalibratiewaarde is te hoog.
De nulkalibratiewaarde is te laag.
De gemeten temperatuur is > 200 °C.
De gemeten temperatuur is < –20 °C.
De tijd voor de Kalibratieherinnering is
verstreken.
De sensor is niet gekalibreerd.
De teller Sensor dagen is hoger dan het
interval dat is geselecteerd voor
sensorvervanging. Raadpleeg .
Een kalibratie was gestart, maar nog
niet voltooid.
Tijdens de kalibratie werd de
controlleruitvoer voor een
geselecteerde tijd in de wachtstand
gezet.
Resolutie
Zet de controller uit en daarna weer aan. Zorg ervoor
dat de sensormodule volledig in de aansluiting van de
controller is gestoken. Neem contact op met de
technische ondersteuning.
Controleer de bedrading en de aansluitingen voor de
sensor en de module. Zorg ervoor dat het eindblok
volledig in de module is gestoken.
Zorg ervoor dat de instelling Eenheid geleidbaarheid
voor het juiste meetbereik is ingesteld.
Tabel
8.
Resolutie
Zorg ervoor dat het
weergaveformaat voor de juiste
meetreeks is ingesteld.
Zorg ervoor dat de sensor voor de
juiste celconstante geconfigureerd
is.
Zorg ervoor dat de sensor tijdens
de nulkalibratie in de lucht wordt
gehouden en zich niet in de buurt
van radiofrequentie of
elektromagnetische interferentie
bevindt. Zorg ervoor dat de kabel
afgeschermd wordt door een
metalen buis.
Zorg ervoor dat de sensor voor het
juiste temperatuurelement
geconfigureerd is.
Kalibreer de sensor.
Kalibreer de sensor.
Vervang de sensor. Reset de teller
Sensor dagen in het menu
Diagnose/test > Resetten (of het
menu Diagnose/test > Teller.
Keer terug naar kalibratie.
De uitvoer wordt actief na de
geselecteerde tijdsperiode.
Nederlands 159

Werbung

loading