Herunterladen Diese Seite drucken

Hach POLYMETRON 8310 Benutzerhandbuch Seite 153

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für POLYMETRON 8310:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 22
4.3.5 Temperatuurkalibratie
De temperatuursensor is in de fabriek gekalibreerd. Het wordt echter aanbevolen om altijd een
temperatuurkalibratie uit te voeren voorafgaand aan een geleidbaarheidskalibratie.
1. Plaats de sensor in een houder met water.
2. Meet de temperatuur van het water met een nauwkeurige thermometer of onafhankelijk
instrument.
3. Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens Apparaten. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
4. Selecteer de sensor en selecteer Apparaatmenu > Kalibratie.
5. Selecteer 1-puntskalibratie.
6. Wacht totdat de waarde gestabiliseerd is en druk vervolgens op OK.
7. Vul de exact waarde in en druk op OK.
8. Laat de sensor het proces weer voorzetten en druk op het thuispictogram.
4.3.6 Nulkalibratie
Voer een nulkalibratie uit om het nulpunt van de geleidbaarheidsensor in te stellen. Het nulpunt moet
ingesteld zijn voordat de sensor voor de eerste keer gekalibreerd wordt met een procesmonster.
1. Verwijder de sensor uit het proces. Veeg de sensor schoon met een schone doek of gebruik
perslucht om de sensor schoon en droog te maken.
2. Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens Apparaten. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
3. Selecteer de sensor en selecteer Apparaatmenu > Kalibratie.
4. Selecteer Nulkalibratie.
5. Selecteer de optie voor het uitgangssignaal tijdens de kalibratie:
Optie
Beschrijving
Actief
Het instrument verzendt de actuele uitgangsmeetwaarde tijdens de kalibratieprocedure.
Blokkeren De sensoruitgangswaarde wordt vastgezet op de actuele meetwaarde tijdens de
kalibratieprocedure.
Transfer
Een vooringestelde uitgangswaarde wordt tijdens de kalibratie verzonden. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de controller om de vooraf ingestelde waarde te wijzigen.
6. Houd de droge sensor in de lucht en druk op OK.
7. Druk niet op OK totdat het kalibratieresultaat op het display wordt weergegeven.
8. Bekijk het kalibratieresultaat:
• "De kalibratie is voltooid."—De sensor is gekalibreerd en gereed voor het meten van monsters.
De helling en/of offsetwaarden worden weergegeven.
• "De kalibratie is mislukt." —De kalibratiehelling of -offset bevindt zich buiten de toegestane
limieten. Herhaal de kalibratie met verse buffer. Reinig de sensor indien nodig.
9. Druk op OK.
10. Ga verder met de kalibratie met een procesmonster.
4.3.7 Kalibratie met het procesmonster
Kalibreer de sensor terwijl de sensor in het procesmonster is geplaatst. Als alternatief kunt u de
sensor in een steekmonster plaatsen dat uit het procesmonster is genomen.
Nederlands 153

Werbung

loading