Herunterladen Diese Seite drucken

Hach POLYMETRON 8310 Benutzerhandbuch Seite 154

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für POLYMETRON 8310:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 22
Opmerking: Voordat de sensor voor de eerste keer wordt gekalibreerd, dient u een nulkalibratie uit te voeren.
1. Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens Apparaten. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
2. Selecteer de sensor en selecteer Apparaatmenu > Kalibratie.
3. Selecteer nogmaals Kalibratie.
Opmerking: Gebruik de instelling Meettype om de parameter die wordt gekalibreerd te wijzigen.
4. Selecteer de optie voor het uitgangssignaal tijdens de kalibratie:
Optie
Beschrijving
Actief
Het instrument verzendt de actuele uitgangsmeetwaarde tijdens de kalibratieprocedure.
Blokkeren De sensoruitgangswaarde wordt vastgezet op de actuele meetwaarde tijdens de
kalibratieprocedure.
Transfer
Een vooringestelde uitgangswaarde wordt tijdens de kalibratie verzonden. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de controller om de vooraf ingestelde waarde te wijzigen.
5. Druk met de sensor in het procesmonster op OK.
De gemeten waarde wordt weergegeven.
6. Wacht totdat de waarde gestabiliseerd is, en druk op OK.
Opmerking: Het scherm kan automatisch naar de volgende stap vooruitgaan.
7. Meet de geleidbaarheid (of andere parameter) waarde met een tweede verificatie-instrument.
Gebruik de pijltjestoetsen voor het invoeren van de gemeten waarde en druk op OK.
8. Bekijk het kalibratieresultaat:
• "De kalibratie is voltooid."—De sensor is gekalibreerd en gereed voor het meten van monsters.
De helling en/of offsetwaarden worden weergegeven.
• "De kalibratie is mislukt." —De kalibratiehelling of -offset bevindt zich buiten de toegestane
limieten. Herhaal de kalibratie met verse buffer. Reinig de sensor indien nodig.
9. Druk op OK om verder te gaan.
10. Laat de sensor het proces weer voorzetten en druk op OK.
Het uitgangssignaal keert terug naar de actieve toestand en meetwaarde van het monster wordt
weergegeven op het meetscherm.
4.3.8 Weerstandskalibratie
Voer een weerstandskalibratie uit. Een weerstandskalibratie is een elektrische kalibratie.
1. Selecteer het pictogram van het hoofdmenu en selecteer vervolgens Apparaten. Een lijst met
alle beschikbare apparaten verschijnt.
2. Selecteer de sensor en selecteer Apparaatmenu > Kalibratie.
3. Selecteer Weerstandskalibratie.
4. Selecteer de optie voor het uitgangssignaal tijdens de kalibratie:
Optie
Beschrijving
Actief
Het instrument verzendt de actuele uitgangsmeetwaarde tijdens de kalibratieprocedure.
Blokkeren De sensoruitgangswaarde wordt vastgezet op de actuele meetwaarde tijdens de
kalibratieprocedure.
Transfer
Een vooringestelde uitgangswaarde wordt tijdens de kalibratie verzonden. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de controller om de vooraf ingestelde waarde te wijzigen.
5. Koppel de sensor los van de sensorkabel en druk vervolgens op OK.
6. Plaats een NIST-weerstand van 50 kΩ, 5 kΩ, 500 Ω of 50 Ω (nauwkeurigheid ±0,05 %) in
opening 2 en 3 van de sensorkabel en druk vervolgens op OK. Zie
7. Wanneer de waarde stabiel is, drukt u op OK
154 Nederlands
Afbeelding
8.

Werbung

loading