Hach POLYMETRON 8310 Benutzerhandbuch Seite 151

Optie
T-compensatie
TDS (totaal opgeloste
vaste stoffen)
Kabelparameters
Temperatuurelement
Filter
Interval datalogger
Standaardwaarden
resetten
4.3 De sensor kalibreren
Gevaar voor vloeistofdruk. Het verwijderen van een sensor van een drukvat kan gevaarlijk zijn. Laat
de procesdruk tot onder 7,25 psi (50 kPa) dalen voordat u het instrument verwijdert. Mocht dit niet
mogelijk zijn, ga dan uitermate voorzichtig te werk. Raadpleeg de documentatie die met de
bevestigingsmiddelen wordt meegeleverd voor meer informatie.
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle veiligheidsvoorschriften van het laboratorium op
en draag alle persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor de gehanteerde chemicaliën.
Raadpleeg de huidige veiligheidsinformatiebladen (MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.
Beschrijving
Voegt een temperatuurafhankelijke correctie toe aan de gemeten waarde.
• Geen—Geen temperatuurcompensatie
• USP—Stelt het alarmniveau in voor de standaard USP-definitietabel.
• Ultrazuiver water—Stelt het compensatietype in volgens de
monsterkarakteristieken. Selecteer NaCl , HCl, Ammoniak of Ultrazuiver water
• Gebruiker—Selecteer een optie:
• Ingebouwd lineair—Gebruik de vooraf gedefinieerde lineaire tabel (helling
gedefinieerd als 2,0 %/°C, referentietemperatuur als 25 °C)
• Lineair—Stel de helling- en referentietemperatuurparameters in als deze
afwijken van de ingebouwde parameters.
• Tabel temperatuurcompensatie—Stel de temperatuur en
vermenigvuldigingsfactorpunten in.
• Oppervlaktewater
Opmerking: De opties Ultrazuiver water en Oppervlaktewater zijn niet beschikbaar wanneer de
instelling Meettype is ingesteld op TDS.
Opmerking: De instelling TDS (totaal opgeloste vaste stoffen) is alleen beschikbaar wanneer de
instelling Meettype is ingesteld op TDS.
Wijzigt de factor dat gebruikt wordt voor de conversie van geleidbaarheid naar TDS—
NaCl (standaard) of Aangepast (vul een factor in tussen 0,01 en 99,99 ppm/µS,
standaard: 0,49 ppm/µS).
Stelt de feitelijke lengte van de sensorkabel in om de meetnauwkeurigheid te
verbeteren (standaard: 5 m).
Dit stelt het temperatuurelement in voor automatische offset van de temperatuur op
PT100 (standaard), PT1000 of Handleiding. Als er geen element wordt gebruikt, stelt
u deze in op Handleiding en stelt u een waarde in voor temperatuurcompensatie
(standaard: 25 °C).
Opmerking: Als het Temperatuurelement is ingesteld op Handleiding en de sensor wordt
vervangen of de sensordagen worden gereset, wordt het Temperatuurelement automatisch
teruggezet naar de standaardinstelling (PT100).
Stelt een tijdconstante in ter verhoging van de signaalstabiliteit. De tijdconstante
berekent de gemiddelde waarde gedurende een gespecificeerde tijdsduur-0 (geen
effect, standaard) tot 200 seconden (gemiddelde van signaalwaarde over
200 seconden). Dit filter verlengt de benodigde tijd voor het sensorsignaal om te
reageren op de werkelijke procesveranderingen.
Dit stelt de tijdsinterval voor opslag van sensor- en temperatuurmetingen in de
gegevenslog in—5, 30 seconden, 1, 2, 5, 10, 15 (standaard), 30, 60 minuten.
Stelt het menu Instellingen terug naar de fabrieksinstellingen en stelt de tellers
opnieuw in. Alle sensorinformatie is weg.
W A A R S C H U W I N G
W A A R S C H U W I N G
Nederlands 151