8.1.3.1 Instelling Ext. MIN set.
Hiermee kan de gewenste waarde worden ingesteld, als de functie Ext. MIN via de digitale ingang wordt ge-
activeerd. Menu kiezen:
8.1.4
Relais functie
Het wisselcontact-relais geeft de bedrijfstoestanden van de pomp door, afhankelijk van de ingestelde sig-
naalfunctie. Menu kiezen:
SSM err & warn
Er worden storingen en waarschuwingen als verzamelstoringsmelding aangegeven.
Het signaal wordt opgevangen via de aansluitingen COM en NC.
Bij de melding van een storing of waarschuwing opent het contact.
De pomp wordt niet automatisch uitgeschakeld, maar blijft afhankelijk van de waarschuwingsstatus met ver-
laagd vermogen draaien. Het ontbreken van spanning wordt hier niet als storing of waarschuwing gemeld.
SBM motor op.
Het bedrijf van de motor wordt als verzamelbedrijfsmelding aangegeven.
Het signaal wordt opgevangen via de aansluitingen COM en NO.
Het contact sluit als de motor draait.
Het contact opent bij uitgeschakelde motor, storingen en het ontbreken van spanning.
SBM ready op.
De bedrijfsgereedheid van de pomp wordt als verzamelbedrijfsmelding aangegeven.
Het signaal wordt opgevangen via de aansluitingen COM en NO.
Het contact sluit als de pomp bedrijfsklaar is.
Het contact opent bij het ontbreken van spanning en bij storingen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Connect module BMS • Ed.01/2023-06
WCM BMS
Ext. MIN set.
Het minimumtoerental is afhankelijk van de pomp.
Mogelijkerwijs is het bereikbare minimumtoerental voor veel
toepassingen te laag. Via het externe minimumsetpoint kan het
toerental worden aangepast.
Weergave in procenten (%). De waarde schrijft een toerental
voor, waarbij een procentueel aandeel van de maximale opvoer-
hoogte bij nulvolumestroom wordt bereikt.
Mogelijke instelling: 5% ... 50% in stappen van 5%.
Fabrieksinstelling: 20%
WCM BMS
Relay function
Not used
De relaisuitgang is niet actief en geeft geen bedrijfstoestanden
door.
Het contact tussen COM en NC blijft constant gesloten, het
contact tussen COM en NO geopend.
SSM only errors (fabrieksinstelling)
Er worden alleen storingen als verzamelstoringsmelding aange-
geven.
Het signaal wordt opgevangen via de aansluitingen COM en NC.
Bij een storing opent het contact en stopt de pomp.
Het ontbreken van spanning wordt hier niet als storing gemeld.
nl
89