Herunterladen Diese Seite drucken

Scheppach SC-CSP2540 Original Bedienungsanleitung Seite 269

Kettensäge mit benzinmotor

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Veilige werkpositie voor tweehandig gebruik
Om ervoor te zorgen dat de uitvoerende persoon de
kettingzaag met beide handen kan vasthouden, is het
van essentieel belang dat er aandacht voor een vei-
lige werkpositie is als met de kettingzaag wordt ge-
werkt:
• Op heuphoogte, bij horizontaal zagen
• Onder borstniveau, bij verticaal zagen.
Als de uitvoerende persoon in de buurt van vertica-
le boomstammen met weinig zijdelingse krachten op
de werkpositie werkt, kan een goede houvast nodig
zijn om een veilige werkpositie te behouden. Zodra
de uitvoerende persoon zich van de stam verwijdert,
moeten enkele stappen worden ondernomen om de
toenemende zijdelingse krachten op te heffen of te
neutraliseren, bijvoorbeeld door de richting van het
hoofdtouw te veranderen met behulp van een extra
aanslagpunt of door gebruik te maken van een riem
die rechtstreeks vanaf het harnas kan worden afge-
steld op een extra aanslagpunt (afb. O).
Een stevige werkpositie kan worden bevorderd door
een riem te gebruiken waarvan een lus is gemaakt en
waarin een voet kan worden geplaatst (afb. P).
Starten van de kettingzaag in de boom
Wanneer de kettingzaag in de boom wordt gestart,
moet de uitvoerende persoon:
a) de kettingrem bedienen voordat de kettingzaag
wordt gestart;
b) de kettingzaag links of rechts van het lichaam hou-
den voordat deze wordt gestart, en wel:
• links: houd de kettingzaag met uw linkerhand op
de voorste greep uit de buurt van uw lichaam
terwijl u met uw rechterhand aan het starter-
koord trekt, of
• rechts: houd de kettingzaag met uw rechterhand
op een van de twee grepen uit de buurt van uw
lichaam terwijl u met uw linkerhand aan het star-
terkoord trekt.
De kettingrem moet altijd worden ingeschakeld voor-
dat de kettingzaag aan de riem wordt opgehangen.
Voordat met lastige zaagwerkzaamheden wordt be-
gonnen, moeten de medewerker zich er altijd van
vergewissen dat de kettingzaag voldoende brandstof
heeft.
Eenhandig gebruik van de kettingzaag
De uitvoerende persoon mag de boomonderhouds-
zaag niet met één hand gebruiken als hij zich in een
onstabiele werkpositie bevindt of de voorkeur geeft
aan een handzaag bij het zagen van hout met een
kleine diameter aan het einde van de takken.
Eenhandig gebruik van de kettingzaag voor het snoei-
en van bomen is alleen mogelijk als:
• De medewerker geen werkpositie kan vinden waar-
bij met twee handen kan worden gewerkt, en
• de medewerker zich met één hand moet vasthou-
den op de werkpositie, en
• de kettingzaag wordt gebruikt in een uitgestrekte
houding, haaks op en verwijderd van het lichaam
van de uitvoerende persoon (afb. Q).
Medewerkers mogen:
• nooit in het terugslaggebied aan het einde van het
zaagblad van de kettingzaag zagen;
• nooit snoeimateriaal afzagen en vasthouden;
• nooit proberen om vallend snoeimateriaal op te
vangen.
Verwijderen van een vastgeklemde kettingzaag
Als de kettingzaag tijdens het zagen vast komt te zit-
ten, moet de medewerker:
• de kettingzaag uitschakelen en deze stevig beves-
tigen aan een tak die van de stam naar de zaags-
nede reikt of aan een touw dat gescheiden is van
het gereedschap.
• de kettingzaag vanaf de zijkant van de zaagsnede
wegtrekken terwijl de tak zo nodig wordt opgetild;
• indien nodig een handzaag of tweede kettingzaag
gebruiken om de vastzittende kettingzaag te ver-
wijderen door een zaagsnede van minimaal 30 cm
rond de vastgeklemde kettingzaag te maken.
Als een handzaag of een tweede kettingzaag wordt
gebruikt om de vastgeklemde kettingzaag te verwij-
deren, moeten zaagsneden in de richting van het uit-
einde van de tak (d.w.z. tussen de vastgeklemde ket-
tingzaag en het uiteinde van de tak en niet tussen
de stam en de vastgeklemde kettingzaag) worden
gemaakt om te voorkomen dat de kettingzaag wordt
meegetrokken met het afgezaagde deel van de tak,
waardoor de situatie verder wordt bemoeilijkt.
ZIJTAKKEN VERWIJDEREN
a) Begin altijd met de dikke takken en werk geleidelijk
in de richting van de top van de boom of de dun-
ne takken.
b) Zorg altijd voor een veilige werkhouding voordat u
de kettingzaag op maximaal vermogen zet. Plaats
indien nodig een knie op de stam om in balans te
blijven.
c) Om overmatige inspanning te voorkomen, moet u
de kettingzaag altijd tegen de stam afsteunen door
deze afhankelijk van de positie van de tak naar
links of rechts te draaien (afb. L).
d) Als de takken onder spanning staan, moet u van
tevoren een veilige positie kiezen om een ‚zweep-
slag' te voorkomen. Begin altijd met zagen aan de
tegenoverliggende zijde van de kromming.
e) Gebruik de haak om dikke takken te verwijderen.
LET OP: Gebruik nooit het bovenste uiteinde van
het zaagblad tijdens het verwijderen van zijtak-
ken. Als u dit nalaat, riskeert u mogelijke terug-
slag.
www.scheppach.com
NL | 269

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

Csp25405910108905