Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Plaats de kettingzaag op een stabiele ondergrond en
voer de volgende stappen uit om de zaagketting (1)
en het zaagblad (2) te monteren:
• Ontgrendel de kettingrem door de handbescher-
ming (3) in de richting van de pijl te trekken (zie
afb. 3).
• Draai de bevestigingsmoer (16) los.
• Beweeg de kettingwielbescherming (17) iets zij-
waarts, trek hem uit de houder en verwijder hem.
• Draai de kettingspanschroef (C) linksom (tegen de
klok in) totdat de pen (D) zich tegen de rechteraan-
slag bevindt (zie afb. 4).
• Plaats het zaagblad (2) (zie afb. 5).
• Leg de zaagketting (1) om het kettingwiel (E). Voer
de zaagketting met uw rechterhand in de bovenste
geleidingsgroef (F) van het zaagblad (2). De snij-
randen van de zaagketting (1) moeten in de rich-
ting van de pijl naar de bovenzijde van het blad wij-
zen (zie afb. 6)!
• Geleid de zaagketting (1) om het keerwiel (G) van
het zaagblad (2) terwijl u de zaagketting iets in de
richting van de pijl trekt (afb. 7).
• Druk de kettingwielbescherming (17) eerst in de
houder en schuif hem vervolgens over de bevesti-
gingsbouten (I). Til daarbij de zaagketting (1) over
de kettingvanger (20). Zorg ervoor dat de pen (D)
van de kettingspanner (C) in het gat van het zaag-
blad grijpt (afb. 8).
• Draai de bevestigingsmoeren (16) handvast aan.
7.3 Zaagketting spannen (afb. 5/8/9)
• Draai de kettingspanner (C) rechtsom (met de klok
mee) tot de zaagketting (1) in de geleidingsgroef (F)
aan de onderzijde van het blad grijpt (zie cirkel).
• Til het uiteinde van het zaagblad iets op en draai de
kettingspanner (C) rechtsom (met de klok mee) tot
de zaagketting (1) zich weer aan de onderzijde van
het blad bevindt (zie cirkel).
• Houd het uiteinde van het zaagblad opgetild en
draai de bevestigingsmoer (16) stevig vast met het
montagegereedschap (23).
7.4 Kettingspanning controleren (afb. 10)
De spanning van de zaagketting (1) is correct wan-
neer de zaagketting (1) tegen de onderzijde van het
blad ligt en nog steeds gemakkelijk met de hand kan
worden doorgetrokken.
De kettingrem (3) moet hierbij gelost zijn.
Controleer de kettingspanning regelmatig, aangezien
nieuwe zaagkettingen langer worden!
Controleer de kettingspanning daarom vaker. De mo-
tor moet hierbij uitgeschakeld zijn.
Aanwijzing:
In de praktijk moeten afwisselend 2-3 zaagkettingen
worden gebruikt.
262 | NL
Voor een gelijkmatige slijtage van het zaagblad (2)
moet het zaagblad (2) worden omgedraaid als de ket-
ting wordt verwisseld.
7.5 Kettingrem (afb. 11)
De kettingzaag is standaard uitgerust met een ket-
tingrem die bij acceleratie wordt geactiveerd. Als er
sprake is van terugslag (kickback) omdat het uitein-
de van het zaagblad het hout raakt, wordt de ketting-
rem bij een voldoende sterke terugslag geactiveerd
als gevolg van de massatraagheid.
De zaagketting wordt dan in een fractie van een se-
conde gestopt.
De kettingrem is bedoeld voor noodgevallen en
om de zaagketting te blokkeren alvorens wordt
gestart.
LET OP! Bedien de kettingzaag in geen geval met
geactiveerde kettingrem (behalve tijdens de test,
zie hoofdstuk „Kettingrem controleren"), omdat an-
ders in zeer korte tijd aanzienlijke schade aan de
kettingzaag kan optreden!
LET OP! Ontgrendel altijd de kettingrem voordat
u aan het werk gaat!
AANWIJZING:
De kettingrem vormt een zeer belangrijke veilig-
heidsvoorziening en is, zoals elk onderdeel, on-
derhevig aan een zekere slijtage.
Voor uw eigen bescherming is regelmatige in-
spectie en onderhoud door een gespecialiseerde
werkplaats vereist.
7.6 Kettingrem activeren (blokkeren) (afb. 12)
Als de terugslag voldoende sterk is, wordt de ketting-
rem automatisch geactiveerd door de sterke accele-
ratie van het zaagblad en de massatraagheid van de
handbescherming (3).
Voor een handmatige activering wordt de handbe-
scherming (3) met de linkerhand in de richting van het
uiteinde van het zaagblad gedrukt (pijl 1).
Kettingrem ontgrendelen
Trek de handbescherming (3) in de richting van de
beugelgreep (pijl 2) totdat deze voelbaar vastklikt. De
kettingrem is nu gelost.
7.7 Bedrijfsmiddelen
LET OP! Het apparaat werkt op aardolieproduc-
ten (benzine en olie)!
Bij de omgang met benzine is verhoogde aan-
dacht vereist.
Roken en open vuur zijn niet toegestaan (explo-
siegevaar).
www.scheppach.com
Werbung
