Obstakeldetectie (Amperometrische Sensor, Encoder, Veiligheidslijsten); Amperometrische Sensor; Encoder; Veiligheidslijsten - V2 HEAVY2 Bedienungsanleitung

12 - OBSTAKELDETECTIE
(AMPEROMETRISCHE SENSOR, ENCODER,

VEILIGHEIDSLIJSTEN)

De aanwezigheid van een obstakel, dat de verplaatsing van de
deur belet, kan op verschillende wijzen worden gedetecteerd:

1. Amperometrische sensor

2. Encoder

3. Veiligheidslijst.
De reactie van de besturingseenheid is afhankelijk van de
waarde, ingesteld in de parameter
OST.C
tijdens de openingsfase, en
sluitingsfase, onafhankelijk van de inrichting die het obstakel
detecteert.
0.0"
• Als de waarde is, wordt de deur gestopt
• Als de waarde is begrepen tussen
wordt voor de ingestelde tijd de verplaatsing van de deur
omgekeerd.
FULL
• Als de waarde is, gaat de deur volledig toe of open.
In alle situaties wordt de eventuele automatische
sluiting gedeactiveerd, dus zal de deur enkel bij een
startbevel opnieuw vertrekken.
12.1 - AMPEROMETRISCHE SENSOR
De centrale neemt de aanwezigheid van een obstakel waar
wanneer de stroom op de motor boven de ingestelde waarde voor
SEN.A
de parameters komt
De waarde van deze parameters wordt tevoren ingesteld, tijdens
de procedure van automatisch leerprocedé van de loop
(hoofdstuk 25.3)
Als men deze functie wil uitschakelen de waarde
12.2 - ENCODER
De besturingseenheid neemt de aanwezigheid van een obstakel
waar als de encoder meldt dat de motor op een lagere snelheid
draait dan de gebruikelijk.
De gevoeligheid van de encoder moet via de parameter
worden ingesteld: hoe hoger de waarde, hoe reactiever de
besturingseenheid t.o.v. kleine snelheidsminderingen. Indien men
niet wenst dat de encoder obstakels waarneemt, moet 0 worden
ingesteld.
12.3 - VEILIGHEIDSLIJSTEN
De besturingseenheid neemt de aanwezigheid van een obstakel
waar door de druk tegen een veiligheidslijst.
De besturingseenheid heeft twee ingangen voor de
veiligheidslijsten die apart kunnen worden geactiveerd en met
verschillende functies geassocieerd:
Verbind de veiligheidslijsten, actief in de openingsfase, tussen de
klemmen S7 en S9.
Activeer de werking van de veiligheidslijsten via de parameter
COS1
:
AP
• Als wordt ingesteld, zal de ingreep van de veiligheidslijst
enkel tijdens de opening waargenomen worden en de
besturingseenheid gedraagt zich volgens de instellingen van
OST.A
de parameter
APCH
• Als wordt ingesteld, zal de ingreep van de
veiligheidslijst tijdens de opening en sluiting waargenomen
worden: tijdens de opening gedraagt de besturingseenheid
zich volgens de instellingen van de parameter
terwijl tijdens de sluiting de deur wordt gestopt
OST.A
, voor obstakels
, voor obstakels tijdens de
0.5" 4.5"
en ,
SEN.C
(geopend) en (gesloten).
0
instellen.
S.ENC
OST.A
,
Verbind de veiligheidslijsten, actief in de sluitingsfase, tussen de
klemmen S8 en S9.
Activeer de werking van de veiligheidslijsten via de parameter
COS2
:
CH
• Als wordt ingesteld, zal de ingreep van de veiligheidslijst
enkel tijdens de sluiting waargenomen worden en de
besturingseenheid gedraagt zich volgens de instellingen van
OST.C
de parameter
APCH
• Als wordt ingesteld, zal de ingreep van de
veiligheidslijst tijdens de opening en sluiting waargenomen
worden: tijdens de sluiting gedraagt de besturingseenheid
zich volgens de instellingen van de parameter
tijdens de opening de deur wordt gestopt
LET OP:
• Als geen enkele veiligheidslijst wordt aangesloten met de
klem S7, moet het menu
• Als geen enkele veiligheidslijst wordt aangesloten met de
klem S8, moet het menu
S1 S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 S9
COS1
Parameter DEFAULT =
COS2
Parameter DEFAULT =
De besturingseenheid kan met verschillende soorten
veiligheidslijsten werken; naargelang het type gebruikte
veiligheidslijst moet de parameter
ingesteld
OPMERKING: het is niet mogelijk op de twee ingangen
COS2
en verschillende soorten veiligheidslijsten te gebruiken
a. Mechanische veiligheidslijsten met NG contact
CO.TE
Stel de parameter
geen enkel test uitgevoerd voor de verplaatsingen.
b. Optische veiligheidslijsten
CO.TE
Stel de parameter
voor elke verplaatsing wordt een werkingstest uitgevoerd
analoog met die van de fotocellen.
NO
instellen als men niet wenst dat de test wordt uitgevoerd.
Verbind de voeding van de optische veiligheidslijsten door
de indicaties te volgen, vermeld in het hoofdstuk 11.1
c. Veiligheidslijsten met weerstandrubber
CO.TE
Stel de parameter
besturingseenheid verwacht een impedantie van 8,2 kohm te
meten en zowel bij een lage impendantie (veiligheidslijst
ingedrukt) als bij een hoge impedantie (draad onderbroken)
zal een alarmtoestand optreden. Het is dus niet noodzakelijk
om voor de verplaatsingen een test uit te voeren.
LET OP: Als meerdere veiligheidslijsten op dezelfde klem
worden aangesloten, moet dit in serie gebeuren, behalve in het
geval van weerstand veiligheidslijsten die parallel moeten worden
aangesloten.
62
OST.C
, terwijl
COS1 NO
op worden ingesteld.
COS2 NO
op worden ingesteld.
COS1 COS2
NO
(geen functie)
NO
(geen functie)
CO.TE
correct worden
COS1
NO
op de waarde in: er wordt
FOTO
op de waarde in:
RESI
op de waarde in: de