Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Leidingwerk; Leidingaansluiting (Niet-Zelfaanzuigende Pompen); Leidingaansluiting (Zelfaanzuigende Pompen) - Grundfos CM Montage- Und Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CM:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 42

6.2 Leidingwerk

Het is aan te raden om aan beide zijden van de
pomp isolatie-afsluiters aan te brengen. Het is dan
niet noodzakelijk om het systeem te laten leeglopen
als de pomp onderhoud nodig heeft.
Als de pomp boven het vloeistofniveau wordt geïn-
stalleerd, moet in de zuigleiding onder het vloeistof-
niveau een terugslagklep worden aangebracht.
Zie afb. 4.
Zelfaanzuigende pompen:
We raden een begindruk van de terugslag-
N.B.
klep lager dan 0,05 bar aan. Anders zal de
extra weerstand het aanzuigvermogen van
de pomp verlagen.
Als de pomp wordt gebruikt voor het verpompen van
regen- of bronwater, is het beter een filter in de inlaat
van de zuigleiding aan te brengen.
De pomp mag niet worden belast door het leiding-
werk.
Installeer deze leidingen volgens de ontwerpvereis-
ten zoals beschreven in EN ISO 13480-3:2012.
Toleranties moeten in overeenstemming zijn met
EN ISO 13920:1996, klasse C.
Het leidingwerk moet de juiste afmetingen hebben,
waarbij de voordruk van de pomp in acht wordt geno-
men.
Installeer de leidingen zodanig dat luchtinsluiting
wordt vermeden, vooral aan de zuigzijde van de
pomp. Zie afb. 2.
Afb. 2
Leidingwerk
194
6.2.1 Leidingaansluiting (niet-zelfaanzuigende
pompen)
Let erop dat u de pomp niet beschadigt bij
het aansluiten van de zuig- en persleidin-
gen.
Voorzichtig
Aanhaalmoment: 50-60 Nm. Het vermelde
aanhaalmoment mag niet worden over-
schreden.
Persaansluiting
Afb. 3
Zuig- en persaansluitingen
6.2.2 Leidingaansluiting (zelfaanzuigende
pompen)
De pomp moet correct geïnstalleerd zijn om er zeker
van te zijn dat deze zelf kan aanzuigen.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen:
Zie afb. 4.
De minimale hoogte vanaf het middelpunt van de
zuigaansluiting tot het eerste tappunt (H
in acht worden genomen.
Als er een drukmanager in het systeem wordt
geïnstalleerd, is H
de hoogte vanaf het middel-
1
punt van de zuigaansluiting van de pomp tot de
drukmanager.
In de onderstaande tabel ziet u de minimale
hoogtes.
De zuigleiding moet minimaal 0,5 meter onder
het vloeistofniveau staan (H
Voor een optimale zuigeigenschap moet
de pomp dichtbij de bron of tank staan,
N.B.
zodat de zuigleiding zo kort mogelijk is. Dit
verkort de tijd van zelfaanzuigen, zeker in
geval van een grote opvoerhoogte.
Het is aan te raden een vuldop in de persleiding te
installeren. Dit vereenvoudigt het vullen met vloeistof
voor het opstarten. Zie afb. 4, pos. A.
Zuigaanslui-
ting
) moet
1
).
3

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis